nieuws

De Gucht: "Landgrabbing in Afrika zal nog toenemen"

nieuws
Volgens een rapport van de Wereldbank werd in 2009 45 miljoen hectare landbouwgrond in Afrika gekocht of gehuurd door buitenlandse investeerders. “En dat aantal zal nog toenemen”, voorspelt eurocommissaris Karel De Gucht (Open Vld) in De Standaard. Vooral landen met een gebrek aan vruchtbare grond zijn in Afrika geïnteresseerd.
11 april 2011  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:14
Lees meer over:

Volgens een rapport van de Wereldbank werd in 2009 45 miljoen hectare landbouwgrond in Afrika gekocht of gehuurd door buitenlandse investeerders. “En dat aantal zal nog toenemen”, voorspelt eurocommissaris Karel De Gucht (Open Vld) in De Standaard. Landen met een gebrek aan vruchtbare grond azen op goedkope grond in Afrika, om de toekomstige voedselvoorziening te verzekeren.

Uit het rapport van de Wereldbank blijkt dat in 2009 45 miljoen hectare landbouwgrond in Afrika gekocht of gehuurd werd door buitenlandse investeerders. Dit zijn fondsen uit Europa en Amerika, maar ook overheden uit het Midden-Oosten en Azië die er effectief voedsel- en/of biomassagewassen telen om ze nadien te exporteren naar eigen land.

“Dit fenomeen bestaat al 10 jaar”, zegt Erik Mathijs, hoofd van de afdeling Landbouw- en Voedseleconomie aan de K.U.Leuven. De Chinese overheid was destijds de eerste om grond te kopen in Afrika. “Maar sinds de voedselcrisis in 2008 en 2009 heeft het fenomeen zich snel uitgebreid”, stelt Mathijs. Ondertussen is de lijst van landen die elders grond huren of kopen lang, getuige een overzicht van het International Food Policy Research Institute (IFPRI) volgens De Standaard. Zo least Qatar 40.000 hectare grond in Kenia voor de productie van groenten en fruit. Behalve de rijke Golfstaten en landen uit Azië, zijn ook enkele Afrikaanse landen in de lijst terug te vinden. Libië kocht bijvoorbeeld 247.000 hectare grond in Oekraïne.

“Eigenlijk is dit logisch. Sommige landen hebben onvoldoende vruchtbare landbouwgrond om de groeiende bevolking te voeden, terwijl Afrika grond op overschot heeft”, stelt Mathijs. Daarnaast speelt de opkomst van biobrandstoffen een rol. Veel buitenlandse investeerders planten immers palmolie, suikerriet en Jatropha aan in Afrika, gewassen die gebruikt worden als biobrandstof. “Toch is de belangrijkste reden voor landgrabbing volgens mij de nood aan meer voedselproductie omwille van de bevolkingsstijging”, verdedigt EU-commissaris voor Handel Karel De Gucht het Europees beleid dat de productie van biobrandstoffen stimuleert.

“Of dit gebruik bekeken moet worden als ‘landroof’ of als een vorm van ontwikkeling van de betrokken Afrikaanse landen, hangt af van de randvoorwaarden”, stelt Mathijs. Ook De Gucht benadrukt dit. “Privé-investeerders investeren bijvoorbeeld jaarlijks vijf miljard dollar in de landbouwproductie in ontwikkelingslanden. Dat zijn grote budgetten, die de ontwikkelingslanden vooruit kunnen helpen. Maar dit moet op een correcte manier gebeuren, waarbij rekening wordt gehouden met de belangen van de plaatselijke bevolking. Zij moeten mee kunnen profiteren, bijvoorbeeld van de nieuwe technologieën die de investeerders in Afrika introduceren.”

Een belemmerende factor voor deze positieve effecten, is volgens De Gucht de zwakke structuur of zwakke regering van vele van de betrokken Afrikaanse landen. “Corruptie en een gebrek aan transparantie kunnen problemen veroorzaken. Daarom is het belangrijk dat Europa en de Verenigde Naties schema’s opstellen met voorwaarden waaraan dergelijke investeringen moeten voldoen.”

Het formeel opstellen van deze randvoorwaarden zal nog aan belang toenemen, aangezien het fenomeen ‘landgrabbing’ zich in de toekomst nog zal uitbreiden. “Volgens experten moet de komende 40 jaar immers 120 tot 240 miljoen hectare landbouwgrond extra in gebruik genomen worden, om 70 procent extra voedsel te produceren en de wereldbevolking van voldoende voedsel te verzekeren”, stelt De Gucht. “Dit zal ongetwijfeld voor conflicten zorgen.”

In Ethiopië groeit momenteel al verzet tegen een investeringsproject van de Saudische sjeik Mohammed al-Amoudi die momenteel al 10.000 hectare grond huurt van Ethiopië, maar dit wil uitbreiden tot 300.000 hectare. Hierdoor worden 45.000 gezinnen gedwongen te verhuizen. Daarenboven groeit de kritiek op de lage huurprijs die de sjeik hiervoor moet neertellen. “De prijzen van landbouwgrond in Afrika zijn inderdaad spotgoedkoop, in vergelijking met de seizoenpachtprijzen hier in Vlaanderen”, bevestigt Mathijs.

Thierry Kesteloot van Oxfam zegt niet gerust te zijn in de ontwikkelingen. “Daarom plant Oxfam nog dit jaar een mediacampagne om het fenomeen aan te kaarten. Op zich hebben wij er niets op tegen dat buitenlandse bedrijven of overheden investeren in de landbouwproductie in Afrika. Dit wordt pas een probleem wanneer de plaatselijke bevolking daarbij benadeeld wordt. En dit is vaak het geval: lokale boeren worden bijvoorbeeld onteigend zonder een duidelijk compensatie te ontvangen en de landbouwproductie in het land komt in het gedrang omdat de opbrengsten van de verkochte of verhuurde grond geëxporteerd worden”, klinkt het in De Standaard.

Bron: De Standaard

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek