Dateert overbevissing uit middeleeuwen?
nieuwsArcheologen hebben oude visresten en menselijke beenderen onderzocht en komen tot verrassende vaststellingen over de geschiedenis van de visserij in Europa. Rond het einde van de laatste ijstijd, zo'n zesduizend jaar geleden, was vis een belangrijk onderdeel van het menselijke dieet. Dat blijkt onder meer uit de verhouding van koolstofisotopen in menselijke beenderen uit die tijd. Een dieet van vis levert een herkenbare koolstofsamenstelling in het beendergestel.
In Scandinavië is de visvangst ook nadien nog belangrijk gebleven, maar in de rest van Europa leek vis plots van het menu verdwenen. "De landbouw deed haar intrede waardoor mensen meer gingen leven van het land en minder afhankelijk werden van zeevis", verklaart James Barrett van het McDonald Institute for Archaeological Research. "Alleen in Scandinavië bleef de visvangst belangrijk. Maar in de meeste andere streken vinden we pas vanaf de Middeleeuwen weer veel visresten in archeologische opgravingen".
Rond het jaar duizend begint in West-Europa een intensieve commerciële visserij, waarbij gedroogde, gerookte of gezouten vis over grote afstanden landinwaarts wordt gevoerd en verhandeld. Uit de teruggevonden visresten blijkt ook dat de visserij sterk evolueerde. Rond de elfde eeuw werd in België voornamelijk platvis en haring bovengehaald, vanaf de twaalfde eeuw verschenen wijting en schelvis op de vismarkten en pas vanaf de dertiende eeuw werd kabeljauw een commerciële soort. Ook elders in Europa raakten gaandeweg telkens andere soorten in zwang en werd de tegenwoordig zo belaagde kabeljauw pas rond de dertiende eeuw populair, mogelijk nadat de soort herontdekt was door handel uit Scandinavië.
De heropleving van de zeevisserij in de middeleeuwen heeft mogelijk te maken met de snelle uitbreiding van steden, Christelijke eetgewoonten, Vikinginvloed, meer langeafstandtransport en een achteruitgang van de zoetwatervisserij door overbevissing, sluizen en vervuiling. "Pas bij de opkomst van de steden ontstonden de eerste vismarkten, nog vóór er andere soorten markten waren", weet Anton Ervynck die aan het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed archeologisch visonderzoek doet.
"Een intensieve commerciële visvangst is al eeuwenlang bezig", besluit Barrett. "De menselijke impact op het mariene ecosysteem is dus niet alleen kenmerkend voor het recente verleden". Zo werd tijdens de middeleeuwen in sommige streken gaandeweg steeds kleinere vis uit zee gehaald, wat een teken van overbevissing zou kunnen zijn. Maar de verschuiving in de vangst kan ook eenvoudigweg te wijten zijn aan veranderende vismethoden. "Het is moeilijk om ecologische effecten uit het verleden te reconstrueren. Er is nog veel onderzoek nodig".
De huidige visserij verschilt in ieder geval wezenlijk van de vroegere. De sterke scheepsmotoren maken het gebruik van zware sleepnetten mogelijk, en daarmee is er geen ontsnappen meer aan.(KS)
Bron: De Standaard</i>