Concurrentiewaakhond verlaagt boetes meelproducenten

De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft voor zeven meelproducenten die tussen 2001 en 2007 betrokken waren bij kartelafspraken, de oorspronkelijke boetes verlaagd. De boetes voor de betrokken Belgische bedrijven, Dossche, Brabomills en Ceres, worden gehandhaafd. “Deze verlaging doet evenwel niets af aan de ernst van de overtredingen”, reageert NMa.

De Nederlandse concurrentiewaakhond legde eind 2010 aan 15 Nederlandse, Belgische en Duitse meelproducenten boetes op met een totale waarde van 81,6 miljoen euro voor het maken van kartelafspraken. Dat bedrag is nu verminderd tot 66 miljoen euro, omdat een aantal bedrijven volgens de NMa bij nader inzien slechts een beperkte rol hebben gespeeld, en voor anderen de oorspronkelijke boete hoger lag dan de boeteregels voorschrijven. Volgens de NMa doet dit evenwel niets af aan de ernst van de overtredingen.

De boete voor het Nederlandse Ranks wordt het sterkst verlaagd, van 13,1 miljoen euro tot 3,9 miljoen euro, en de sanctie voor het Duitse Gebr. Engelke wordt ruimschoots gehalveerd, van 7,7 miljoen naar 3,4 miljoen euro. De hoogste boete (22,8 miljoen euro), voor het Belgische Dossche Mills uit Deinze, wordt wel gehandhaafd. Ook voor de andere Belgische betrokkenen, Brabomills (4,7 miljoen euro) en Ceres (12,9 miljoen euro), blijft de boete behouden.

De meelfabrikanten hebben tussen 2001 en 2007 de markt ‘verdeeld’ om een afzetmarkt te garanderen. Zo werd besloten om elkaars klanten niet over te nemen, wat het voor die klanten moeilijker maakte om te onderhandelen over een betere prijs. Ook werd een concurrent die niet meedeed aan de kartelafspraken, opgekocht en uit de markt gehaald.