Commissie wil specifïering ingredienten in vleesgerechten

De huidige wetgeving voorziet geen enkel onderscheid voor de vermelding bij vlees van spieren, organen of vet, terwijl het overgrote deel van de consumenten bij de term "vlees" op verpakkingen automatisch aan spierweefsel denkt. De huidige verpakkingen zijn dus allesbehalve specifiek omdat de vermelding "vlees" op eender welk lichaamsdeel van een dier betrekking kan hebben.

Als de nieuwe Europese richtlijn ter zake in werking treedt, wordt de vermelding "vlees" enkel nog toegelaten voor elementen die rechtstreeks aan het skelet van het dier verbonden zijn. De andere eetbare delen, zoals het vlees van organen (hart, darmen, lever, enz...) of de vetten moeten in het vervolg bij naam worden genoemd op het etiket en mogen niet langer onder de noemer "vlees" worden ingedeeld.

Voor vetgedeeltes die aan de spieren vastgehecht zitten, mag wel nog de term "vlees" worden gebruikt, als het tenminste voldoet aan de nieuwe Europese definitie, namelijk 25 procent bij zoogdieren, uitgezonderd konijnen- en varkensvlees. Die mogen respectievelijk 30 procent en 15 procent vet bevatten.

Het nieuwe systeem van etikettering, waarvoor een precieze datum nog niet is vastgesteld, voorziet ook een duidelijke vermelding van de dierlijke afkomst. Zo zal de consument het prijsverschil beter kunnen inschatten en vlees kopen naargelang de voorkeur. Dat stelde de Europese commissaris voor Landbouw- en Voedingsbeleid David Byrne.

De richtlijn die het comité gisteren heeft geadviseerd, zal op termijn ook zorgen voor een vermindering van de belemmeringen in het voedselverkeer tussen de landen van de Europese Unie", zei Byrne ter afronding.