Brouns waarschuwt voor 'milieuvriendelijk' alternatief voor strooizout

Zoals eerder bericht in VILT, zijn dooikorrels geen onschuldig alternatief voor strooizout. Dooikorrels tasten asfalt niet aan en zouden vijf keer sneller en langer werken dan klassiek strooizout, maar de bewering dat ze milieuvriendelijk zijn, valt sterk te betwijfelen. De stof bevat ureum, een hoofdbestanddeel van urine. Wanneer deze korrels in de bodem of de gracht terechtkomen – wat niet ongewoon is bij dooikorrels, wordt het omgezet in ammonium en vervolgens in nitraat, met alle gevolgen voor de waterkwaliteit.

Inperking

Minister Brouns stelt zich dus ernstige vragen bij dit 'milieuvriendelijke' product. In antwoord op vragen van Lydia Peeters (Open Vld), Dries Devillé (Vlaams Belang) en Stijn De Roo (cd&v) pleitte hij voor een beperking van het gebruik pleitte hij voor een inperking van het gebruik: "We vragen enorme inspanningen van onze land- en tuinbouwers om de impact van meststoffen op het milieu te verkleinen. Het is dan ook onrechtvaardig dat men, zonder enige controle, dit product zomaar vrij kan gebruiken als dooimiddel dat rechtstreeks terecht komt in de waterloop."

De minister wil ook dat consumenten beter geïnformeerd worden over de milieueffecten ervan en heeft zijn administratie gevraagd om het gebruik in kaart te brengen, "zodat we op basis van het cijfermateriaal de nodige acties kunnen ondernemen met onze collega's en het gebruik ervan zoveel mogelijk inperken".

Invloed op MAP-meetpunten?

Landbouwers zijn al langer kritisch voor het gebruik van dooikorrels. De afgelopen weken verschenen in diverse Facebookgroepen posts van landbouwers over het gebruik van dit product. Ook Boerenbond sprak zich uit over dit middel. “Je mag het aanzien als extra urine die in het water komt, want ureum is in se gewoon urine. Bovendien kan het effect op grondwater ook als zeer groot beschouwd worden door de grote uitspoelingsgevoeligheid”, reageerde Caroline Van der Heyden, expert mestbeleid bij Boerenbond vorige week nog aan VILT. De organisatie gaf dus aan zeer bezorgd en verontwaardigd te zijn om het gebruik, en vooral om het ‘milieuvriendelijke’ imago van dit product. “We kaarten dit punt dan ook mee aan in de discussie over de evaluatie van de MAP-meetpunten. Dit mag zeker niet op conto van de landbouwsector geschreven worden”, aldus de landbouworganisatie.