"Branden van onkruid is nefast voor biodiversiteit"

Nu herbiciden niet langer mogen ingezet worden door openbare besturen, kiezen zij voor alternatieve methoden om het onkruid op hun terrein onder controle te houden. Maar ook die blijken niet zaligmakend voor de biodiversiteit. “We zien dat kerkhoven en begraafplaatsen vaak een broeihaard zijn van bijzondere plantensoorten en wilde bijensoorten. Onder meer het overmatig gebruik van branders kan bijzonder nefast zijn voor fauna en flora”, zegt Natuurpunt.

Sinds 1 januari 2015 is het voor openbare besturen verboden om onkruid op hun grondgebied te verdelgen met herbiciden. Dit verbod zorgde ervoor dat ze op zoek moesten gaan naar alternatieve of nieuwe beheermethoden voor onder meer kerkhoven en begraafplaatsen. Eén van de veel gebruikte methodes om de spontane vegetatie tegen te gaan, is het gebruik van branders waarbij het onkruid wordt weggebrand. Ook heet water wordt soms ingezet.

Natuurpunt waarschuwt er nu voor dat ondoordacht of overmatig gebruik van deze methodes nefast kan zijn voor de biodiversiteit. “Door het gebruik van een brander of heet water kunnen duizenden wilde bijennesten, die zich maar enkele centimeters van de grond bevinden, opzettelijk vernietigd worden. Maar ook zeldzame flora, zoals de ruige klaproos, worden onnodig verbrand. Daardoor bestaat het risico dat sommige plantensoorten compleet verdwijnen”, klinkt het.

Volgens de natuurvereniging kon je de wilde planten vroeger nog terugvinden op akkers. “Maar door intensieve grondbewerking en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen zijn ze daar verdwenen. Wel zie je veel van die vegetatie nog opduiken op begraafplaatsen, maar nu is ze ook daar in gevaar”, stelt Natuurpunt. De organisatie vraagt gemeentebesturen meer ruimte te geven aan de natuur en aan spontane vegetatie op kerkhoven. Als er toch wordt gebrand, dan moet er voor gekozen worden om alleen hoger te branden en niet tot vlak tegen de grond.