nieuws

Borsus tipt EU-commissaris over Frans protectionisme

nieuws
Europees commissaris voor Gezondheid en Voedselveiligheid Vytenis Andriukaitis was dinsdag op bezoek in Brussel. Hij ontmoette er de federale ministers Maggie De Block en Willy Borsus om er te praten over thema’s die raken aan volksgezondheid, voedselveiligheid en diergezondheid. Borsus bracht als federaal landbouwminister ook de verplichte oorsprongsetikettering in Frankrijk ter sprake omdat dit schadelijk is voor de Belgische export van zuivel en vlees. “Sinds juni 2016 is de export van Belgische zuivel naar Frankrijk met meer dan 16 procent gedaald in vergelijking met dezelfde periode het jaar voordien”, preciseert Borsus. Op de Europese Landbouwraad in juni zal de Belgische delegatie het ter sprake brengen.
3 mei 2017  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:40

Europees commissaris voor Gezondheid en Voedselveiligheid Vytenis Andriukaitis was dinsdag op bezoek in Brussel. Hij ontmoette er de federale ministers Maggie De Block en Willy Borsus om er te praten over thema’s die raken aan volksgezondheid, voedselveiligheid en diergezondheid. Borsus bracht als federaal landbouwminister ook de verplichte oorsprongsetikettering in Frankrijk ter sprake omdat dit schadelijk is voor de Belgische export van zuivel en vlees. Op de Europese Landbouwraad in juni zal de Belgische delegatie zijn ongenoegen uiten over het Franse proefproject.

In het federale parlement werd EU-commissaris Vytenis Andriukaitis door de volksvertegenwoordigers vooral aangesproken over het actuele onderwerp glyfosaat. Met de ministers De Block en Borsus werden andere kwesties besproken, zoals antibioticaresistentie. Beiden wezen ze op de initiatieven die in ons land genomen worden om zowel in de humane als de diergeneeskunde te komen tot een vermindering van het antibioticagebruik. Als ministers bevoegd voor volksgezondheid en diergezondheid staan ze de ‘one health’-aanpak voor.

Tijdens een bilaterale vergadering hebben de EU-commissaris en minister Borsus twee onderwerpen besproken die van groot economisch belang zijn voor Belgische landbouwers: het Russische embargo en de Franse oorsprongsetikettering van verwerkt vlees en zuivel. “Sinds juni 2016 is de export van Belgische melk naar Frankrijk met meer dan 16 procent gedaald in vergelijking met dezelfde periode het jaar voordien”, preciseert Borsus. Dat heeft alles te maken met een proefproject van de Fransen om de eigen voedingsbedrijven te verplichten om de exacte oorsprong van melk of vlees in verwerkte producten op het etiket aan te duiden. Bedrijven die kazen of worsten in Frankrijk produceren en daar op de markt brengen, moeten expliciet op het etiket vermelden dat ze bijvoorbeeld Belgische melk of vlees bevatten. Het gevolg is dat ze liever inkopen bij lokale leveranciers.

Ons land wil de nationalistische reflex van de Fransen ter sprake brengen op de volgende Europese Landbouwraad in juni. “België heeft immers altijd gepleit voor een systeem dat een vrijwillige etikettering voorziet op nationaal niveau om een verstoring van de concurrentie te vermijden”, licht Borsus toe. Hij hoopt dat de Europese Commissie de exportevolutie en prijsstijging voor de Franse consument wil meten en evalueren. Al is het diezelfde Commissie die vorige zomer Frankrijk de toestemming gaf om bij wijze van proef een stap verder te gaan in de oorsprongsetikettering dan de Europese regels voorzien.

Inzake het Russische embargo, een aanslepend probleem voor de export van landbouw- en voedingsproducten vanuit ons land, herinnerde minister Borsus aan de zeer negatieve gevolgen voor de producenten van onder meer melk en fruit. Sinds de boycot gebeurden er grote inspanningen om de landbouwexport naar andere markten te stimuleren. Zo heeft Borsus als voogdijminister van het Voedselagentschap het personeelsbestand van de exportcel van het FAVV verdubbeld.

Samen met de commissaris hebben Willy Borsus en Maggie De Block het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA) bezocht, in gezelschap van vertegenwoordigers van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV). CODA is een voorbeeld op het vlak van wetenschappelijke expertise voor de veiligheid van de dierlijke productie en de diergezondheid op federaal, Europees en internationaal niveau. De samenwerking tussen CODA en WIV – die binnenkort concreet zal worden met de fusie tot ‘Sciensano’ – werd onderstreept, met name in het kader van de detectie en de analyse van antibioticaresistenties.

Het CODA werd begin dit jaar geselecteerd als Europees referentielaboratorium in het domein van ziekten veroorzaakt door het capripox-virus dat de huidziekte Lumpy Skin Disease bij rundvee veroorzaakt. Besmette koeien hebben koorts, hun melkproductie daalt, ze verliezen gewicht en ontwikkelen huidknobbels. In Oost-Europa zijn meerdere landen reeds getroffen en momenteel bevindt het virus zich aan de Oostenrijke grens. Daarom werkt het CODA hard aan de beperking van de verspreiding van deze ziekte.

Op dit moment werken CODA en WIV samen aan de analyse van de virulentiefactoren van griepvirussen bij dieren die overgedragen kunnen worden op de mens. Dat is nog een mooi voorbeeld van de samenwerking in het kader van het ‘One Health’-concept dat op het federale niveau bepleit wordt.

Beeld: Willy Borsus

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek