Boerenbond over stikstofdecreet: “Enige rechtszekerheid maar geen perspectief”
Landbouwers keken reikhalzend uit naar de vertaling van het stikstofakkoord van de Vlaamse regering naar decretale teksten. Nu die er zijn, geven ze landbouwers wel enige duidelijkheid, maar ze bieden niet het perspectief dat boeren zo hard nodig hebben. Dat concludeert Boerenbond na een eerste lezing van de teksten.
Op 14 november sloot de Vlaamse regering haar derde stikstofakkoord. “Er leken toen stappen vooruit gezet, maar we hebben in eerste instantie afwachtend gereageerd”, zegt Boerenbondvoorzitter Lode Ceyssens. Het was volgens hem de vertaling in decretale teksten die duidelijkheid moest brengen over hoe Vlaanderen de vergunningverlening zal organiseren. Nu de decretale teksten beschikbaar zijn, blijft het zoeken naar toekomstperspectief, vindt Ceyssens.
"Taakstelling blijft loodzwaar"
Het voorliggende amendement van het stikstofdecreet biedt enige duidelijkheid voor bedrijven die een hervergunning van hun huidige bedrijfssituatie willen aanvragen, zo stelt Boerenbond. Pluimvee- en varkensbedrijven kunnen een aanvraag voor vergunning met een looptijd tot en met 2030 zonder dat ze specifieke inspanningen op vlak van stikstof moeten doen, indienen, tenzij ze een piekbelaster zijn. Rundveebedrijven kunnen dit bekomen tot en met 2025.
Veehouderijen die zich inschrijven in de generieke reducties zoals 60 procent emissiereductie voor niet-ammoniakemissie arme varkens- of pluimveestallen of 25 procent emissiereductie voor melkveestallen, kunnen een hervergunning voor onbepaalde duur aanvragen zonder individuele passende beoordeling voor wat betreft stikstof. “Het blijft voor ons echter onbegrijpelijk dat inspanningen van stoppende bedrijven, zoals varkensbedrijven die instappen in de vrijwillige opkoopregeling, niet in rekening zullen gebracht worden om de reductiedoelstelling van de bedrijven die verder investeren in de sector, te verlichten”, aldus Ceyssens. Hij wijst erop de taakstelling voor vele varkens- en pluimveebedrijven loodzwaar blijft.
"Nog veel vraagtekens"
Toch ziet Boerenbond ook een aantal positieve elementen, zoals de onvergunbaarheidsdrempel die geschrapt is. “Maar hoe zal men in de praktijk omgaan met de individuele passende beoordelingen?”, vraagt de landbouworganisatie zich af. “Dit decreet biedt onvoldoende duidelijkheid en al zeker geen concreet toekomstperspectief voor de komende jaren”, luidt het. Er resten volgens de organisatie ook nog veel andere vraagtekens. “Hoe zal men concreet rekening houden met stikstof uit het buitenland? Wordt het in de praktijk haalbaar voor bedrijven om stikstofruimte met elkaar uit te wisselen? Hoe snel zullen nieuwe technieken erkend geraken, en krijgen bedrijven die investeren in technieken ook garanties dat ze nadien niet opnieuw moeten investeren?”, somt Ceyssens op.
Boerenbond is tevreden dat er wat meer duidelijkheid is voor het Turnhouts Vennengebied. Waar er bij de vorige akkoorden nog een stolp boven het gebied werd geplaatst, kunnen bedrijven er nu toch een vergunning voor onbepaalde duur krijgen als ze zich inschrijven in de generieke reductiemaatregelen. “Wel blijft er veel onduidelijkheid over het ontwikkelplan dat nog moet opgemaakt worden en dus ook over de toekomst van de land- en tuinbouw in dit gebied”, plaatst de voorzitter een kanttekening.
"Vlaamse regering pleegt woordbreuk"
De landbouworganisatie betreurt ook dat de regering terugkomt op een aantal afspraken. “De Vlaamse overheid blijft halsstarrig vasthouden aan een afbouw van de varkensstapel bovenop de generieke doelstellingen. Terugkomen op afspraken over de nulbemesting is voor ons onaanvaardbaar. Ook het vernietigen van tijdelijk ongebruikte productierechten op individueel bedrijfsniveau, is woordbreuk”, meent Boerenbond. Het wijst erop dat jonge boeren deze productierechten vaak aankochten in het kader van hun toekomstige bedrijfsontwikkeling. “Bovendien is het nut van deze maatregelen die rechtstreeks ingrijpen op de bedrijfsvoering, onduidelijk en onverantwoord”, klinkt het.
“Een aantal principiële elementen blijft behouden in het nieuw ingediende amendement. Hier zullen wij ons altijd tegen blijven verzetten. We zullen de teksten in detail bestuderen en vervolgens hierover in overleg gaan met onze hoofdbestuursleden om te kijken op welke manier we de belangen van onze leden het best kunnen verdedigen ”, aldus voorzitter Lode Ceyssens.
