Belgische plantageholding blij met hoge palmolieprijs
nieuwsChina, samen met India de grootste verbruiker van plantaardige vetten, heeft op 1 januari 2006 zijn grenzen opengezet voor de import van palmolie. Tot dan werd de import beperkt door middel van een quotasysteem. Daardoor begint het land over te schakelen van soja-olie naar goedkopere palmolie. "Dat zorgt vandaag voor een grote vraag en het ondersteunt de marktprijs ondanks een groot aanbod", zegt Van Hoydonck.
Momenteel betaalt men voor een ton palmolie 430 à 435 dollar. "Dat is een vrij mooi niveau maar niet super. De komende maanden mogen we wel een iets hogere prijs verwachten". De prijs is al een drietal maanden vrij stabiel terwijl de prijs voor sojaolie, het belangrijkste alternatief voor palmolie, zwaar onder druk is komen te staan. De productie van soja-olie is geconcentreerd in Noord- en Zuid-Amerika. "In Noord-Amerika is de oogst ondanks de droogte goed uitgevallen en ook in Argentinië en Brazilië ziet het er goed uit", zegt Van Hoydonck. Normaal volgt de prijs voor palmolie maar dat is nu niet het geval.
Behalve de toenemende vraag vanuit China spelen nog andere factoren mee: de verwachting dat de productie van palmolie in 2006 vrij stabiel zal zijn en de geleidelijke opkomst van palmolie als ingrediënt voor biodiesel. Ook de technologische vooruitgang speelt een rol. Palmolie is een semi-liquide olie waardoor het in de wintermaanden snel verhardt en dus minder geschikt is. Door nieuwe technieken kan dit probleem reeds opgevangen worden.
In India loopt het nog niet zo een vaart als in China. De import blijft er achter. India, dat in tegenstelling tot China wel over een groot areaal beschikt, heeft twee goede oogsten na mekaar gehad. Bovendien heft India een importtarief op palmolie dat beduidend hoger ligt dan dat voor soja-olie. "Er wordt al twee, drie jaar over gesproken om dat verschil weg te werken maar dat is nog niet gebeurd", rondt Van Hoydonck af.
Bron: Belga