Beleid als obstakel of duwtje in de rug?
duidingDe drie belangrijkste actoren in de korte keten in Vlaanderen, met name VLAM, KVLV en Voedselteams, wezen de Vlaamse overheid al herhaaldelijk op een tekort aan specifiek beleid. Naar aanleiding van het symposium ‘Korte Keten initiatieven in Vlaanderen: kansen en beleid’ hebben zij samen met Bioforum Vlaanderen en het Innovatiesteunpunt van Boerenbond de knelpunten op het vlak van korte keten opgelijst.
Knelpunten. Een eerste obstakel is dat hoeveproducenten wel aan diverse regelgevingen moeten voldoen, maar er geen wettelijke definitie van ‘hoeveproduct’ is en geen duidelijke afbakening van het concept korte keten. De partners van de knelpuntennota stellen vast dat het beleid van de Vlaamse overheid vandaag sterk gefragmenteerd is en moet gezocht worden in het Vlaams regeerakkoord 2009, in de beleidsnota Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid 2009-2014 en in het Strategisch Plan Biologische Landbouw 2008-2012.
Tijdens het parlementair debat dat door het symposium werd uitgelokt, merkte Vlaams volksvertegenwoordiger Tine Eerlingen (N-VA) op dat de korte keten zich moet wenden tot drie beleidsdomeinen, met name Landbouw, Leefmilieu én Cultuur. Beleidsinitiatieven zijn zowel terug te vinden op Vlaams niveau als op het niveau van de provincies en gemeenten. Voor de producent is het niet gemakkelijk om daar zijn weg in te vinden, zodat het Steunpunt Hoeveproducten als aanspreekpunt vanuit de sector verder structureel ondersteund moet worden en volgens de partners in de korte keten ook een overkoepelende werking moet blijven uitvoeren.
Wat financiële ondersteuning van de hoeveproducent zelf betreft, kan thuisverkoop rekenen op subsidies vanuit het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF). Voor specifieke investeringen voor de productie en verkoop van hoeveproducten is verhoogde VLIF-steun (28%) mogelijk, maar in de knelpuntennota wordt gevraagd om die verhoogde steun nog uit te breiden. Een belangrijk pijnpunt is het minimum investeringsbedrag van 15.000 euro waardoor veel investeringen van thuisverkopers uit de boot vallen.
Beleid. Vlaams minister-president Kris Peeters, vertegenwoordigd door zijn kabinetchef Joris Relaes, liet op het symposium weten dat er na analyse van de knelpuntennota en overleg met de sector een ‘Strategisch Plan voor de Korte Keten’ komt. Daarin zal om te beginnen verder onderzoek bevolen worden naar de rendabiliteit van hoeveverkoop. Tevens engageerde Peeters zich voor structurele financiële ondersteuning van het Steunpunt Hoeveproducten vanaf 2012. Op het niveau van de producent, zullen landbouwers in spe tijdens de klassieke landbouwopleiding kunnen kennismaken met directe verkoop. Wanneer een actieve landbouwer in het korte keten verhaal wil instappen, dan kan hij zich via naschoolse vorming voorbereiden. In het kader van het nieuwe Progammeringsdocument voor Plattelandsontwikkeling (PDPO III) zal worden nagegaan welke nieuwe maatregelen nog mogelijk zijn. Zo wordt bekeken of innovatiecheques een stimulans kunnen zijn om een korte keten project op te zetten.
Om de afzet van hoeveproducten te versterken, zullen VLAM en VILT hun promotie van korte keten initiatieven versterken. VILT, het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw zal hoeveproducenten stimuleren nog meer gebruik te maken van het magazine Melk & honing om de vermarkting van hun product te begeleiden. Met die combinatie van maatregelen wil Peeters de korte keten beter organiseren en het potentieel uitbreiden. Daarmee gaat hij in op de meeste vragen die tijdens het symposium naar boven kwamen en erkent hij de socio-economische voordelen die een korte keten kan bieden. Waar korte keten vandaag nog een strategische niche is, ziet Sandra Karner van het FAAN-netwerk, de context en het bewustzijn bij de consument groeien zodat korte keten duidelijk nog groeipotentieel heeft. “Het vermarkten van de eigen hoeveproducten is een positieve keuze en de korte keten moet even professioneel gerund worden als de gangbare landbouw”, besluit Peeters.