Antwerpen bindt met lokvallen de strijd aan met Aziatische hoornaar
De stad Antwerpen gaat lokvallen inzetten om de steeds meer oprukkende Aziatische hoornaar te bekampen. De invasieve exoot bedreigt de inheemse bijenpopulaties en dat is bijzonder slecht nieuws voor de biodiversiteit.
Vorig jaar werden in heel Vlaanderen zowat 2.000 nesten van de Aziatische hoornaar vernietigd. De brandweer van Antwerpen deed zijn duit in het zakje met 92 vernietigingen van voor de mens hinderlijke nesten. Dat blijft de brandweer ook dit jaar doen, en het korps kreeg daar volgens burgemeester Bart De Wever (N-VA) ook aangepast materiaal voor zoals veiligheidspakken die het volledige lichaam beschermen.
Preventie
De stad wil echter ook de verspreiding van de soort tegengaan met lokvallen voor koninginnen die in deze periode uitvliegen. De vallen van het Vlaams Agentschap Landbouw en Visserij zijn zo ontworpen dat enkel de Aziatische hoornaar opgesloten wordt, klinkt het. De meeste andere insecten kunnen uit de val ontsnappen, of kunnen opnieuw worden vrijgelaten.
"Antwerpen telt heel wat imkers en er is de voorbije jaren ingezet op bijenvriendelijke infrastructuur, want bijen zijn ook in een grote stad bijzonder nuttige diertjes", zegt De Wever. "Die willen we dus graag beschermen." De lokvallen worden onder meer verdeeld bij de imkers, die ze dicht bij hun bijenkasten kunnen plaatsen.
De stad herinnert er voorts aan dat er ook een Europese hoornaar bestaat, die een inheemse soort is en dus niet bestreden hoeft te worden. De Aziatische hoornaar is relatief eenvoudig te onderscheiden van de Europese: hij is 2 tot 3 cm lang, heeft een zwarte kop en borststuk, en een donker achterlijf met oranje-gele tinten. De Europese hoornaar is groter en is roodbruin met een overwegend geel achterlijf. Hoornaars zijn aanzienlijk groter dan een bij of een wesp.
Wie een nest ontdekt, meldt dit best meteen op vespawatch.be en neemt contact op met de brandweer. “Zelf een nest verdelgen of weghalen is geen goed idee”, klinkt het nog.
Bron: Belga / Eigen verslaggeving
Beeld: Nicky Torbeyns