nieuws

"Aantal dagen met zware neerslag neemt toe"

nieuws
Het broeikaseffect bezorgt Vlaanderen intensere regenperiodes, overstromingen en een stijgende zeespiegel. Dat stelt de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) in haar milieurapport van 2006. "De noodzakelijke sterke daling van de CO2-uitstoot is nauwelijks ingezet", luidt het in het milieurapport. In de meeste sectoren, met de chemie en de voedingsindustrie op kop, daalt de hoeveelheid uitgestoten broeikasgassen in verhouding tot de activiteit, maar neemt de economische activiteit toe.
15 december 2006  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 13:58
Het broeikaseffect bezorgt Vlaanderen intensere regenperiodes, overstromingen en een stijgende zeespiegel. Dat stelt de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) in haar milieurapport van 2006. "De noodzakelijke sterke daling van de CO2-uitstoot is nauwelijks ingezet", luidt het in het milieurapport. In de meeste sectoren, met de chemie en de voedingsindustrie op kop, daalt de hoeveelheid uitgestoten broeikasgassen in verhouding tot de activiteit, maar neemt de economische activiteit toe. In de landbouwsector is er een daling van de CO2-uitstoot voor de glastuinbouw en de akkerbouw.

De oplopende concentraties aan broeikasgassen zorgen voor meer intense regenperiodes en een stijging van de zeespiegel aan de Belgische kust met 2 millimeter per jaar. "Daardoor neemt het risico op overstromingen in Vlaanderen toe", stelt Mie Van den Kerckhove, woordvoerster van VMM. Tegelijk daalt het grondwaterpeil: in 45 procent van de meetputten werd in de periode 2003-2006 een lichte daling opgetekend. De doelstelling om een status-quo te halen, werd niet bereikt.

"Het aantal overschrijdingen van de nitraatnorm in het grondwater daalde wel lichtjes, maar nog lang niet genoeg", zegt de VMM-woordvoerster. In het voorjaar van 2006 werden op 38 procent van de meetlocaties een overschrijding van de nitraatnorm vastgesteld. Dat is een lichte daling in vergelijking met de voorjaarspiek van 2005 met bijna 40 procent gecontamineerde putten.

Landbouw blijft in 2005 het grootste aandeel in de nutriëntenemissie behouden. Daarna volgen huishoudens, transport, industrie en energie. Die vier sectoren nemen gezamenlijk 34 procent van de nutriëntenbelasting voor zich. Hun aandeel is sinds 1990 gegroeid. De landbouw verlaagde zijn aandeel sindsdien van 79 naar 65 procent. Omdat landbouw als grootste vervuiler de grootste emissiereductie realiseerde, steeg het aandeel van alle andere sectoren. Toch realiseerden zij in absolute termen een reductie.

Ook het overmatige gebruik van de auto werkt het klimaatprobleem in de hand. De gemiddelde auto wordt wel zuiniger, maar dat wordt teniet gedaan doordat er meer zwaardere auto's worden aangekocht. Vorig jaar was 83 procent van de broeikasgasuitstoot in Vlaanderen een direct gevolg van fossiel energiegebruik. Het aandeel van hernieuwe energiebronnen, zoals groene stroom en biobrandstoffen, blijft in ons energiegebruik beperkt tot 1 procent en dat ondanks de sterke groei van de jongste jaren.

Minister van Leefmilieu Kris Peeters (CD&V) stelt maatregelen in het vooruitzicht, gericht op de consument en met de nadruk op het energieverbruik en mobiliteit. "Niet alleen in het beleidsdomein Leefmilieu moeten maatregelen genomen worden. Belangrijke reducties van de uitstoot zijn ook mogelijk in onderwijs-, en overheidsgebouwen, rusthuizen, klinieken en sociale woningen. Binnen de Vlaamse regering heb ik afgesproken dat ook daar de inspanningen worden geïntensifieerd", aldus Peeters. Oppositiepartij Groen! en de Bond Beter Leefmilieu wijzen Peeters' beloftes van de hand en spreken van een falend milieubeleid.

Meer informatie: MIRA-T 2006

Bron: De Standaard/De Morgen

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek