Aalst en Asse blazen hopteelt nieuw leven in

Aalst en Asse slaan de handen in elkaar om de hopteelt, die momenteel zo goed als verdwenen is, te herwaarderen in de regio. Ze brengen de geschiedenis van de hopcultuur in kaart en organiseren activiteiten voor het grote publiek. Beiden krijgen hiervoor subsidies van Europa, Vlaanderen en de provincies Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant.

In de streek Aalst-Asse gaat de teelt en handel van hop terug tot de veertiende eeuw met een typisch landschap van metershoge hopstaken. Door het arbeidsintensieve werk en de dalende binnenlandse vraag kregen de hopboeren het in de twintigste eeuw moeilijk. Vooral na de Tweede Wereldoorlog gaven veel telers er de brui aan wegens te verlieslatend.

De gemeenten Asse en Aalst hebben zich nu geëngageerd om de hopteelt nieuw leven in te blazen.  Asse laat een hopveld met draden heraanleggen vlakbij het natuurgebied Valleigebied Waarbeek. Tot 1989 werd er op dat perceel hop geteeld. Kunstenaar Peter Schoutsen maakte een werk dat in het veld geïntegreerd zal worden. Er komt ook een informatiepaneel voor wandelaars.

Aalst laat in deelgemeente Meldert een hopveld renoveren en onderhouden in samenwerking met de sociale tewerkstellingsorganisatie en opleidingscentrum vzw Natuur- en Landschapsbeheer, campus Katholieke Hogeschool Sint Lieven. Gewezen hopboer Roger Baert zal zijn kennis doorgeven. Informatieborden moeten geïnteresseerden in staat stellen de ontwikkeling van het hopveld te volgen. Medewerkers van 't Gasthuys - Stedelijk Museum in Aalst zullen verhalen, foto's, kennis en geschiedenis verzamelen, digitaliseren en bewaren. Een jaarlijkse Hopdag moet de hopteelt in het Aalsterse in de kijker zetten.