Zuivelmerk Landliebe kiest voor lokaal veevoeder

Het merk Landliebe van het Nederlandse zuivelconcern Campina introduceert vanaf juli melk van koeien die enkel Europese voederingrediënten voorgeschoteld krijgen. "Ongeveer 450 melkveehouders in Nordrhein-Westfalen nemen deel aan het nieuwe concept", zegt Kurt Gentges, die verantwoordelijk is voor de Duitse leden van Campina. Voor de extra inspanningen ontvangen de boeren een toeslag. "Bij de omschakeling naar het nieuwe voederconcept worden ze ook bijgestaan door gespecialiseerde adviseurs".

In juli 2006 voerde plakten actievoerders van Greenpeace in Duitse supermarkten nog stickers op producten van het merk Landliebe. Daarmee protesteerde de milieuorganisatie tegen het gebruik van transgene soja in het rantsoen van melkkoeien. Vorig jaar kondigde Campina aan dat voor Landliebe een concept werd bedacht met lokaal geproduceerd veevoeder. De introductie werd evenwel uitgesteld vanwege de turbulente markt.

De Landliebe-boeren wonen in landelijke gebieden zoals het Bergische Land, Sauerland en de aangrenzende regio's. Het gras en het andere voeder voor hun koeien, zoals maïs en graan, komt van hun eigen land. "Het gebruik van uitsluitend inheems veevoer sluit doorgaans goed aan op de voedingsbehoeften van de koe", benadrukt Gentges. "Het leidt niet tot een vermindering van de melkproductie en heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van het dier".

Ook het krachtvoeder dat de melkveehouders gebruiken, moet volgens de nieuwe specificaties geproduceerd worden. Dat betekent dat het voeder enkel bestanddelen mag bevatten die afkomstig zijn uit de Europese Unie. De ingevoerde sojaschroot wordt onherroepelijk vervangen door Europese grondstoffen. De Landliebe-melk wordt bij de deelnemende boeren gescheiden van de andere melk opgehaald en afzonderlijk behandeld en verwerkt in een zuivelfabriek in Keulen.(KS)