nieuws

Welke impact heeft het nieuwe GLB op landbouwinkomen?

nieuws
Het nieuwe GLB zoals dat geldt vanaf 2014, gaat een belangrijke impact hebben op het landbouwinkomen. De omvang van de verandering wordt vooral bepaald door de omvang van de huidige bedrijfstoeslag, de bedrijfsgrootte en de hoogte van een extra regionale toeslag voor gebieden met beperkingen. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen Universiteit.
15 april 2011  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:59

Het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) zoals dat geldt vanaf 2014, gaat een belangrijke impact hebben op het landbouwinkomen. De omvang van de verandering wordt vooral bepaald door het huidige niveau van de bedrijfstoeslag per hectare, de bedrijfsgrootte en de hoogte van een eventuele regionale toeslag voor gebieden met landbouwkundige beperkingen. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen Universiteit.

Samen met 35 melkveehouders en 12 akkerbouwers uit vier regio’s hebben de onderzoekers in opdracht van het landbouwministerie van Nederland gekeken naar de gevolgen van mogelijke invullingen van het toekomstige GLB. In het onderzoek is gewerkt met fictieve scenario’s: mogelijke toekomstige spelregels voor het vaststellen van bedrijfstoeslagen. De precieze invulling van het nieuwe Europese landbouwbeleid is pas eind 2013 duidelijk.

De term ‘nieuw GLB’ is in dit rapport een verzamelnaam voor de toekomstige GLB-scenario’s die binnen dit onderzoek zijn gehanteerd voor de periode van 2014 tot en met 2020. Het GLB-scenario verschilt per regio en is in deze studie een combinatie van een flat-rate premie, top-up’s en eventuele aanvullende randvoorwaarden voor maatschappelijk waardevolle gebieden, vergoedingen voor groenblauwe diensten en investeringssubsidies voor duurzame investeringen.

De algemene lijn is dat de inkomens het meest dalen op bedrijven die nu een hoge bedrijfstoeslag per hectare ontvangen. Bedrijven die een lage toeslag per ha ontvangen, zien hun inkomen juist stijgen. Regionale toeslagen hebben ook een gunstig effect op het inkomen. Eén van de spelregels was dat ondernemers vergoedingen konden krijgen voor groenblauwe diensten. Dat zijn extra inspanningen voor het beheer van natuur, landschap en water. 

De belangstelling voor groenblauwe diensten is beperkt omdat ze niet leiden tot extra inkomen. De landbouwers beoordelen in het algemeen de voorgestelde vergoedingen voor deze diensten als te laag. Daarnaast vinden ze het voor diensten belangrijk dat ze weinig of geen extra werk met zich meebrengen en dat ze zo min mogelijk opbrengstderving van gewassen veroorzaken.

Het nieuwe GLB leidt nauwelijks tot meer bedrijven die starten met verbreding. Binnen de onderzoeksgroep zaten enkele ondernemers die nu al een verbredingstak hebben. Zij geven wel aan die tak verder te ontwikkelen of uit te breiden. Voor alle ondernemers bleek schaalvergroting de belangrijkste bedrijfsstrategie, zowel bij het huidige als bij het nieuwe GLB. Ze veranderden hun strategie dus vrijwel niet. Bedrijven met grote inkomensdalingen toonden wel meer interesse voor groenblauwe diensten.

De melkveehouders stelden voor om weidegang op te nemen als groenblauwe dienst. Verder zouden ze graag betere subsidie- en innovatieregelingen zien rond mestverwerking, productie en besparing van energie. De akkerbouwers stelden voor akkerranden mee te nemen in hun teeltrotatie. De resultaten bevestigen dat er voor de overheid mogelijkheden zijn om via GLB-spelregels de ontwikkeling van de landbouw te beïnvloeden. Men zou bijvoorbeeld extensivering van de melkveehouderij kunnen stimuleren in gebieden waar men dat zou willen.

De onderzoekers adviseren om geïnteresseerde landbouwers en maatschappelijke groeperingen actief te betrekken bij het formuleren van het nieuwe instrumentarium (onder meer groenblauwe diensten en investeringssubsidies). “Maak duidelijk waar de overheid naartoe wil”, luidt het ook.

Zij hebben een actieve markt van vraag en aanbod van groenblauwe diensten op het oog die gerealiseerd kan worden via handel langs internet, alternatieve veilingsystemen en marktconforme beloningen. Bij de introductie van groenblauwe diensten moeten er alleszins duidelijke spelregels zijn. Tot slot is er nog het advies om tijdig over de herziening van het GLB te communiceren naar de landbouwers, met extra aandacht voor groepen die hierdoor naar verwachting veel inkomen gaan verliezen.

Meer info: onderzoeksrapport ‘Meer groei dan vergroening’ 

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek