Waarom we niet klaar zijn om 9 miljard mensen te voeden

nieuws
In een nieuwe campagne wil Noord-Zuidorganisatie Vredeseilanden de aandacht vestigen op het jaar 2050. Volgens schattingen zullen we dan met 9 miljard mensen onze aardbol bevolken. Maar hoe de voedselvoorziening garanderen? "Niet op deze manier", weet Vredeseilanden. "Met ons huidig voedselsysteem kunnen we onmogelijk 9 miljard mensen voeden."
24 december 2013  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:13

In een nieuwe campagne wil Noord-Zuidorganisatie Vredeseilanden de aandacht vestigen op het jaar 2050. Volgens schattingen zullen we dan met 9 miljard mensen onze aardbol bevolken. Maar hoe de voedselvoorziening garanderen? "Niet op deze manier", weet Vredeseilanden. "Met ons huidig voedselsysteem kunnen we onmogelijk 9 miljard mensen voeden."

Om de échte inzet van een duurzaam landbouwmodel in de verf te zetten, vestigt Vredeseilanden in zijn nieuwe campagne de aandacht op de verre, maar tegelijkertijd ook nabije toekomst: het jaar 2050. De organisatie roept je op om een diner te reserveren voor 2050. Tegen het midden van deze eeuw zullen we met 9 miljard mensen zijn op aarde, die allemaal gevoed zullen moeten worden. Een gigantische uitdaging. Want zoals de zaken er vandaag voorstaan, ziet het er niet naar uit dat dat zal lukken, zo voorspelt Vredeseilanden. "Nu al legt ons voedselsysteem een onhoudbare druk op de planeet."

De organisatie somt negen redenen op waarom we niet klaar zijn om negen miljoen mensen te voeden. In de eerste plaats zijn er steeds minder boeren. Veel en zwaar werk, weinig zekerheid over een inkomen. Een landbouwbedrijf heeft niet alleen af te rekenen met de risico’s van elke onderneming, maar kampt ook met de risico’s van het weer en een instabiele (wereld)markt. Volgens cijfers van Boerenbond verdient een landbouwer in België gemiddeld 46 procent minder dan een loontrekkende. Wereldwijd leven 2,4 miljard mensen onder de armoedegrens van 2 dollar per dag. Twee derde daarvan leeft in een boerenfamilie.

Tegelijkertijd groeit de bevolking razendsnel aan. Vandaag zijn we met 7 miljard mensen: 1 miljard in Europa, 1 miljard in Amerika, 1 miljard in Afrika, 4 miljard in Azië. Tegen 2050 zullen we met meer dan 9 miljard mensen zijn: 1 miljard in Europa, 1 miljard in Amerika, 2 miljard in Afrika, 5 miljard in Azië. De spectaculairste bevolkingsgroei tekent zich af in Afrika, ook na 2050. Voor landbouw ligt daar de grootste uitdaging: Afrika beschikt over 11 procent van het wereldwijde landbouwpotentieel, maar slechts 15 procent daarvan wordt productief gebruikt.

Een derde reden is de stagnatie van de voedselproductie. Tussen nu en 2050 moeten we meer voedsel produceren dan de voorbije 8.000 jaar samen. De huidige stijgingen in productiviteit zijn onvoldoende om deze verwachte groei waar te maken. Tegelijk werden voedselvoorraden de voorbije jaren steeds verder afgebouwd. Buffers zijn nagenoeg onbestaande, waardoor enkele tegenvallende oogsten kunnen leiden tot een voedselcrisis. Naast de stijgende wereldbevolking, zorgen de opkomst van biobrandstoffen en de stijgende vleesconsumptie voor steeds meer druk.

Tijdens dat hele proces verbruiken we te veel fossiele brandstoffen. Het voedselsysteem hapt 30 procent uit ons totale energiegebruik. Daarvan gaat een derde naar de productie van kunstmest. Het vraagt 10 calorieën fossiele brandstoffen om 1 calorie voedsel te produceren. Een mens voeden in de ontwikkelde wereld vergt 1.500 liter olie per jaar. 9 miljard mensen voeden binnen het huidige landbouwmodel betekent dat de gekende olievoorraden binnen 12 jaar uitgeput zijn.

Daarnaast gebruiken we ook te veel water. Wereldwijd wordt 70 procent van het (zoet)water gebruikt voor landbouw. In sommige landen is dat zelfs 80 tot 90 procent. Een kilo rijst produceren, vraagt 1.000 tot 3.000 liter water. Een kilo rundsvlees vergt 13.000 tot 15.000 liter water. Wereldwijd staan watertafels onder druk: in landen als Spanje, de VS, China, Marokko, en vele anderen wordt er structureel meer water uit de bodem gepompt dan er bijkomt.

Gevolg van het excessief gebruik van externe inputs is dat 14 tot 24 percent van de uitstoot van broeikasgassen voortvloeit uit de productie en consumptie van voedsel. Landbouw is daardoor tegelijkertijd oorzaak en slachtoffer van de klimaatopwarming. Tegen 2050 verwacht men meer extreme droogtes, in het bijzonder in subtropische regio’s en lager gelegen gebieden. Regenval wordt minder voorspelbaar. Voor granen (zoals rijst) verwacht men een achteruitgang van vijf procent in opbrengst per extra graad. Als we niet ingrijpen, zullen voedseltekorten binnen twee decennia al wereldwijd voelbaar zijn, vreest Vredeseilanden.

Terwijl de wereld worstelt om de landbouwproductie op te drijven, gaat ieder jaar 1,3 miljard ton voedsel verloren, of een derde van de totale voedselproductie. Ruim een kwart van onze landbouwgrond wordt ingezet voor voedsel dat verderop in de keten verspild wordt. Dat komt overeen met de gecombineerde oppervlakte van China, Kazachstan en Mongolië. We gebruiken 250 kubieke kilometer water voor gewassen die uiteindelijk weggegooid worden. Die hoeveelheid water zou de waterbehoefte van alle huishoudens ter wereld kunnen dekken.

Ook de kwaliteit van de bodems waarop we ons voedsel cultiveren, gaat wereldwijd achteruit. De belangrijkste oorzaken zijn ontbossing, overbegrazing, slechte landbouwpraktijken zoals monocultuur, vervuiling door chemicaliën, industrie of mijnbouw. De kost van bodemdegradatie wordt door de FAO wereldwijd op 40 miljard dollar per jaar geschat. De gevolgen van bodemdegradatie laten zich voelen: verminderde landbouwproductiviteit en problemen als voedselonzekerheid, migratie, schade aan ecosystemen.

Tenslotte is er de kwetsbare marktpositie van de boer. 70 procent van ons voedsel wordt geproduceerd door een veelheid aan kleine en middelgrote familiale landbouwbedrijven. Maar de échte macht in ons voedselsysteem zit elders. De top drie van zaaigoedbedrijven controleert 53 procent van de markt. Een kleine groep verwerkende bedrijven (Nestlé, PepsiCo, Kraft, Unilever,…) staat in voor de meerderheid van het verkochte voedsel. In België wordt 88,6 procent van onze voedselaankopen verkocht via vijf supermarktgroepen (Colruyt, Delhaize, Carrefuor, Aldi, Lidl). Deze marktconcentratie maakt dat de prijsdruk van de hele keten op de schouders van de boer valt.

Meer info: 'Reserveer je diner voor 2050'

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek