"Vlaamse ngo's willen niet meewerken aan sojastandaard"
nieuwsNa de oproep van Belgische ngo’s aan hun Nederlandse collega’s om RTRS-soja niet langer te steunen, hekelt BEMEFA de steevaste ‘nee’ van sommige ngo’s als het over constructief samenwerken gaat. “Belgische ngo’s verklaarden zichzelf ‘niet uitgerust’ om mee te werken aan een standaard voor diervoederstromen”, luidt het, “heel anders dan ngo’s als WWF en Solidaridad die wel de hand aan de ploeg durfden slaan.”
De Belgische mengvoederfederatie BEMEFA heeft in 2006 het Platform voor Maatschappelijk Verantwoorde Diervoederstromen opgericht. Dit platform had als doel enerzijds een standaard uit te werken voor maatschappelijke verantwoorde diervoederstromen (waarbij soja als proefproject gold) en anderzijds een actieplan uit te schrijven voor alternatieve eiwitbronnen.
“In 2006 werd meermaals gevraagd aan ngo’s zoals Wervel om mee te schrijven aan een standaard voor maatschappelijk verantwoorde stromen”, verklaart de sectorfederatie. “Wij kregen als antwoord van de aangesproken ngo’s dat zij ‘niet uitgerust’ waren om dergelijke standaard mee te helpen uitwerken.”
BEMEFA heeft zich toen naar eigen zeggen gericht tot ngo’s, zoals WWF en Solidaridad, die wel de hand aan de ploeg durfden slaan. “Dit mondde uit in een internationale standaard RTRS, wereldwijd gedragen door sojaproducenten (zowel groot als klein), wetenschappelijke instituten, ngo’s en de industrie”, luidt het. “Het is prettig samenwerken met organisaties die constructief mee helpen denken en werken ‘in the field’”, zegt de mengvoederfederatie daarover. “Met ‘Madame Non’, zoals sommige ngo’s zich opstellen, is een dialoog onmogelijk”, verklaart zij.
De Round Table on Responsible Soy (RTRS) kwam volgens BEMEFA tot stand na een uniek proces van wereldwijde consultatie, waar op een zeer transparante wijze over gecommuniceerd wordt. De standaard is raadpleegbaar op de website Responsible Soy en omvat 98 indicatoren. Daartoe behoren onder meer milieucriteria (geen soja uit recent ontboste gebieden), goede landbouwpraktijken, sociale voorwaarden en respect voor lokale condities. BEMEFA is daarom overtuigd van de grote toegevoegde waarde van het RTRS-label aan de ingevoerde soja.
In 2010 kwam de eerste RTRS-soja op de markt. In afwachting van het operationeel worden van de RTRS-standaard, startte BEMEFA in 2008 al met een lastenboek voor maatschappelijk verantwoorde soja. De federatie geeft aan dat zij criteria hanteert als soja die niet afkomstig mag zijn uit recent ontboste gebieden en degelijke sociale voorwaarden. BEMEFA noemt dit progressief de lat hoger leggen om producenten te blijven motiveren, sensibiliseren en begeleiden. “Iedereen die een beetje vertrouwd is met het uitschrijven en implementeren van standaarden, weet dat dit een veel gebruikte en gerespecteerde techniek is”, luidt het.
De Raad van Bestuur van BEMEFA heeft vervolgens beslist om volledig over te stappen naar RTRS-soja in 2011: 250.000 ton ingevoerde soja zal dus in het oogstjaar 2011-2012 reeds aan de RTRS-voorwaarden moeten voldoen. “Tegen 2015 moet alle ingevoerde soja (600.000 ton) aan die strenge eisen voldoen”, maakt de mengvoederindustrie zich sterk.
De mengvoederfederatie laat nog weten dat zij alternatieve eiwitbronnen evenmin is vergeten. Samen met de Vlaamse overheid werd gewerkt aan een ActiePlan Alternatieve Eiwitbronnen dat nu vijf hefbomen omvat: sensibilisering, bewustmaking en promotie binnen EU, stimulering, subsidiëring, valorisatiepaden van nevenstromen uit de voedingsindustrie en de biofuelindustrie. De sector is met dit plan klaar voor concrete realisaties, aldus BEMEFA.
Volgens Wervel gaat de brief van de Belgische ngo's juist over het verschil in visie met de Nederlandse ngo's “die (te) ver mee gaan in de greenwashing van het bestaande systeem”. “Wij zijn van mening dat het niet de taak is van ngo's, maar van de industrie zelf om zijn veevoedergrondstoffen te 'sourcen'. Ngo's blijven de taak hebben om wat onduurzaam of maatschappelijk onverantwoord is, onverantwoord te blijven noemen”, zegt Luc Vankrunkelsven van Wervel. “De op het eerste gezicht indrukwekkende criteria-lijst garanderen op het terrein hoegenaamd niet dat de vernietiging stopt. Dat blijkt met andere labels zoals FSC-hout en palmolie.”