VN-rapport hekelt halve waarheden over jathropa-plant

Jathropa is een wilde plant die goed groeit op droge, arme gronden en geschikt is voor de productie van biodiesel. In een VN-rapport worden de toepassingsmogelijkheden van jathropa als goedkope energiebron voor arme landbouwers erkend, maar wordt benadrukt dat bijkomend onderzoek naar de mogelijkheden van de plant vereist is. Het rapport voorziet dat 12,8 miljoen ha tegen 2015 beplant wordt met jathropa.

Het rapport van de Wereldvoedselorganisatie FAO en het Internationaal Fonds voor Landbouwontwikkeling IFAD bevestigt dat de zaden van de jathropa-plant kunnen worden verwerkt tot biodiesel met een lagere uitstoot dan fossiele brandstoffen. Het restproduct van dit verwerkingsproces kan als meststof of als diervoeder worden gebruikt.

In tegenstelling tot andere gewassen voor biobrandstoffen zoals maïs, wordt jathropa niet gebruikt voor voedsel en kan het geteeld worden op gronden die amper voor andere landbouwgewassen geschikt zijn. Toch zijn water en meststoffen nodig om de teelt te doen slagen, wat onlangs nog werd aangetoond door onderzoekers van de K.U. Leuven. Positief voor het milieu is dat jathropa-bomen met hun wortels water kunnen vasthouden en bodemerosie tegengaan.

De FAO en IFAD benadrukken wel dat jathropa in feite nog een wilde plant is die nog moet verbeterd worden door veredeling zodat te hoge verwachtingen omtrent de vermindering van olie-import in ontwikkelingslanden misplaatst zijn. Zowel de opbrengst als de kwaliteit van de olie is momenteel erg variabel en het gros van de geteelde jathropa is giftig, wat het restproduct van de biobrandstofproductie tot vandaag ongeschikt maakt als veevoeder.

Het VN-rapport hekelt dat veel van de huidige investeringen en beleidsbeslissingen inzake de jathropa-plant gebeuren zonder een degelijke wetenschappelijke onderbouwing. "Om het werkelijk potentieel van Jathropa te bepalen, moeten feiten onderscheiden worden van halve waarheden", stelt het rapport.

In 2008 werden naar schatting 900.000 ha jathropabomen aangeplant: 760.000 ha in Azië, 120.000 ha in Afrika en 20.000 ha in Latijns-Amerika. Tegen 2015 gaat het VN-rapport uit van 12,8 miljoen ha jathropa-aanplantingen. De grootste producenten zullen Indonesië, Brazilië, Ghana en Madagascar zijn.