"Te weinig jongeren kiezen voor slagersvak"
nieuwsAls de omzet stabiel blijft, terwijl het aantal slagerijen afneemt, betekent dat dat de bestaande slagerijen wél beter draaien, zegt Verbust. "We merken ook dat de overblijvende slagerijen steeds groter worden. Slagers die met tien mensen werken, zijn lang geen uitzondering meer. Alleen vinden onze slagers voor hun uitbreidingsplannen vaak geen personeel. Er studeren gewoon te weinig jongeren voor slager".
En zo'n studies blijken echt wel nodig te zijn om het beroep te kunnen uitoefenen: het is nog een echt ambacht, dat heel wat specifieke kennis vereist. Zelfs de verkopers in de winkel zijn best opgeleid in het slagersvak. "Hoe kan je nu goed verkopen wat je zelf niet kent? Het is voor de vakkennis dat de consumenten de slager nog altijd waarderen", merkt Verbust op.
"We slepen nog altijd het imago met ons mee dat slagers nooit gedaan hebben met werken. Dat gaat allang niet meer op. Ik ken slagers die erin slagen om iedere dag om 18.30 uur het licht uit te knippen in hun zaak", luidt het. De daling van het aantal slagerijen begint intussen te stagneren. "Vorig jaar ging het aantal slagerijen nog maar met drie procent achteruit, binnen een jaar of vijf stopt de daling. Zeker als de overheid de voortdurend strengere hygiëne-eisen zou helpen subsidiëren. Beginnende slagers moeten anders veel te veel investeren", besluit Verbust.
Eerdere berichgeving over de evolutie van de slagerijen in Vlaanderen: 9/6/05: "Slagerijen zijn aan heropstanding bezig"