Studie moet meer klaarheid brengen over nitraatresidu
nieuwsDe gehanteerde periode stemt overeen met de periode in het jaar waarin er bijna geen opname meer is van stikstof en de kans klein is dat de overblijvende stikstof door njaarsregens al uitgespoeld is naar oppervlakte- en grondwater. Het mestdecreet maakt geen onderscheid tussen al dan niet beteelde grond. Peeters erkent dat er een aantal teelten zijn die in oktober nog nutriënten opnemen vooraleer geoogst te worden. "Ik laat de Mestbank dan ook onderzoeken of de start van de staalnamen op percelen met vollegrondsteelten vanaf dit jaar kan uitgesteld worden tot 1 november", luidt het.
Dat onderzoek is begin deze maand opgestart en duurt één jaar. Via een enquête zullen een 800-tal telers bij wie in 2006 het nitraatresidu gemeten werd, bevraagd worden. Daarbij zal gezocht worden naar verbanden tussen het management van de tuinders en het gevonden nitraatresidu. Er zullen beïnvloedingsfactoren opgelijst worden op basis waarvan wetenschappers aanbevelingen zullen formuleren voor de telers. Tot slot zullen de onderzoekers ook aanbevelingen formuleren voor "milieu- en landbouwkundig haalbare nitraatresidunormen voor diverse teelten".
Peeters is bereid om het beleid te toetsen aan de bevindingen uit de studie. "Dit kan een wijziging inhouden van het staalnametijdstip, maar evengoed een differentiatie van de grenswaarde, afhankelijk van de teelt of teelteigenschappen", klinkt het. De minister steekt tegelijkertijd een waarschuwende vinger op. "De nitraatresiduwaarde is niets anders dan de vertaling van de 50 mg-norm uit de nitraatrichtlijn. Sommige landbouwers hebben nog steeds de idee dat een groenbemester fors moet groeien. Boeren moeten ook hun verantwoordelijkheid opnemen met betrekking tot oogstresten die bij ontbinding nog veel stikstof afgeven".
Lees ook: geVILT: Vlaamse landbouwbodem grondig doorgelicht