"Sociale begeleiding voor arme boeren nodig"

De professoren interviewden 50 landbouwers die op hun bedrijf jaarlijks minder dan 40.000 euro meerwaarde realiseerden. Slechts enkele van deze landbouwgezinnen komen rond met louter de bedrijfsinkomsten. Zonder bijkomende inkomstenbron haalt de meerderheid niet eens de armoedegrens. Deze boeren overleven dankzij de kinderbijslag of een pensioen, of door een bijkomend inkomen te zoeken binnen of buiten de sector.

Onderzoeker Meert legt de vinger op de wonde: "Vaak gaat het om geïsoleerde boeren die alleenstaand, ouder en lager geschoold zijn. Ze kunnen nauwelijks beroep doen op een of andere manier van sociale opvang. Bovendien krijgen ze evenmin veel steun van de arbeidsmarkt of de overheid".

Daarom pleiten de onderzoekers voor een geïntegreerd armoedebeleid op maat voor de landbouwsector. De overheid zou de arme boeren kunnen helpen door een sociaal beleid te ontwikkelen dat geen onderscheid maakt tussen zelfstandigen en werknemers en dat via de sociale zekerheid specifiek gericht is op de zwakste groepen in de landbouw.

Dat vindt ook Johan Alleman van de Koning Boudewijnstichting. "Landbouwers hebben hun problemen altijd zelf willen oplossen. Maar de tijden zijn veranderd. Een aantal onder hen boeren voor de industrie en staan zo dicht bij het werknemersschap. En daar hoort een betere sociale zekerheid bij".