Sector doet alternatief voorstel schone slachtdieren
nieuwsOm willekeur van de keurders te vermijden, worden in het voorstel drie duidelijke categorieën van bevuiling vastgelegd. Bij 'propere tot licht vuile dieren' is enkel het onderste gedeelte van de dijen, onderaan de buik en het borstbeen bevuild. De 'bevuilde dieren' hebben een vacht die voor meer dan 15 procent bevuild is. Tot slot bestaat de derde categorie uit 'zeer vuile dieren'. Hun vacht is voor 50 procent bevuild.
De belangenorganisaties willen op termijn bereiken dat dieren van categorie drie niet meer in het slachthuis worden aangeboden. In een eerste fase die loopt tot maart 2007 is het vooral de bedoeling om via sensibilisering en informatie de betrokken bewust te maken van de problematiek. In een tweede fase (april - december 2007) worden acties ondernomen tegen zowel runderen uit categorie drie als tegen de bedrijven waarvan deze dieren afkomstig zijn. Op het eind van 2007 valt dan een evaluatie.
Volgens de landbouworganisaties, de veehandel en de slachthuizen kunnen dieren uit categorie drie onder geen enkele voorwaarden worden afgekeurd of vernietigd. Wel dienen de extra kosten die het slachten van sterk bevuilde runderen met zich meebrengt, doorgerekend te worden aan de aanbieder. Er mag ook alleen rekening gehouden worden met aangedroogd vuil. "Recente natte mest kan opgelopen zijn tijdens het transport of in het slachthuis en vallen daarom buiten de verantwoordelijkheid van de veehouder", luidt het.
Fenavian, de belangenorganisatie van de vleeswarenindustrie heeft een aantal bezwaren tegen dit nieuwe voorstel. "De preventieve maatregelen aan de slachtlijn moeten al tijdens 'fase één' genomen worden, zowel voor de dieren uit de tweede als uit de derde categorie", zegt woordvoerder Koen Vangoidsenhoven. "Bovendien worden de dieren uit categorie twee in het huidige voorstel helemaal buiten beschouwing gelaten. Zoiets kunnen wij niet goedkeuren".
Ook het feit dat alleen rekening mag gehouden worden met aangedroogd vuil, duldt de organisatie niet. "Ook slachthuizen en veehandelaars moeten maatregelen nemen om bevuiling van de slachtdieren tegen te gaan tijdens het transport en in de wachtruimten van het slachthuis. Iedereen moet toch meewerken aan de volksgezondheid?", besluit van Goidsenhoven.