Meerderheid verwerpt motie inzake mestverwerking

Op 17 oktober interpelleerde Vlaams parlementslid Jos De Meyer Vlaams landbouwminister Vera Dua over het tekort aan mestverwerkingsinstallaties. Tot besluit hiervan dienden gisteren vier parlementsleden van de CD&V-fractie een met reden omklede motie in die een aantal maatregelen opsomde om de mestverwerking in Vlaanderen in een stroomversnelling te krijgen. De motie werd door de meerderheidspartijen verworpen.

De parlementsleden De Meyer, Van Looy, Kindermans en Gardeyn-Debever drongen in hun motie aan op meer transparantie, zowel inzake vergunningen als beschikbare technieken voor mestverwerking. Daarnaast vroegen ze de regering ook fiscale gunstmaatregelen te nemen om investeringen in mestverwerking aan te moedigen. Die investeringen zouden op hun beurt in aanmerking moeten komen voor Vlif-steun.

Binnen het kader van het globale mestbeleid stelde de CD&V-fractie voor het mestdecreet zo te wijzigen dat verschuivingen en verwerkingsplicht tussen verschillende soorten mest mogelijk wordt. Dit had moeten toelaten dat mestproducenten aan hun verwerkingsplicht kunnen voldoen door het verwerken van andere mestsoorten of door het verwerken van mest van andere mestproducenten.

Verder rekenen de CD&V-parlementairen erop dat Vlaanderen alle mogelijkheden uitput om de export van bewerkte mest naar Wallonië opnieuw mogelijk te maken. En de vrijwillige stopzettingsregeling voor varkens moet zo snel mogelijk uitgebreid worden naar andere diersoorten, zo luidt het.