"Lokale spelers blijven betrokken bij Sigmaplan"

De Vlaamse regering beloofde om ook lokale besturen te betrekken bij het dossier van het geactualiseerde Sigmaplan. Nu de fase van de planvorming achter de rug is, zal dit meer gericht zijn op projectniveau door het opmaken van herinrichtingsplannen voor de projecten met een grotere ruimtelijke impact. Initiatiefnemer voor dat overlegproces is Waterwegen en Zeekanaal NV. Dat antwoordde minister van Leefmilieu Kris Peeters op een parlementaire vraag van Jos De Meyer (CD&V).

Op 22 juli nam de Vlaamse regering een beslissing met betrekking tot de overstromings- en natuurgebieden langs de Schelde en de Durme. Het meest wenselijke alternatief van het geactualiseerde Sigmaplan moet nu verder uitgewerkt worden naar de voorgestelde projecten toe. De uitvoeringstermijn van de projecten loopt tot 2030. Een 24-tal projecten moeten echter al op relatief korte termijn van start gaan.

Volgens Peeters is er nog onderhandelingsruimte voor de projecten die tegen 2015 of later in realisatie moeten zijn. "Aanpassingen op basis van voorstellen van lokale besturen zijn mogelijk, met dien verstande dat de vooropgestelde veiligheids- en natuurdoelstellingen moeten gehaald worden", aldus minister Peeters. Over de Kalkense Meersen meldt Peeters dat een beperkt gedeelte van zo'n 30 hectare ontpolderd wordt en dat er voor de rest een gecontroleerd overstromingsgebied wordt aangelegd dat ingevuld wordt met een wetland van ongeveer 160 hectare.

De Meyer maakt zich ongerust over de betrokkenheid van lokale partners bij de uitwerking van het flankerend beleid voor plattelandstoerisme. VLM werkte op eigen houtje een nota uit. "Dat document situeert zich veeleer op planniveau waardoor het weinig zinvol was om in dat stadium de lokale toeristische diensten erbij te betrekken", verdedigt Peeters de aanpak. "In een volgende fase zal dat anders zijn. De manier waarop het overleg zal gebeuren, wordt momenteel uitgewerkt".