"Landbouwerosie moet kordater aangepakt worden"
nieuwsTot nu toe werd dit baggerspecie gewoon gestort in stortplaatsen, wat ten koste gaat van natuur, landschap en leefbaarheid van nabijgelegen woonkernen. Daarnaast is baggerspecie vaak sterk vervuild en dreigt bij stortplaatsen de vervuiling door te dringen naar het grondwater. Eens de stortplaats volgestort is, moet op zoek gegaan worden naar een nieuwe locatie. In het kleine en dichtbevolkte Vlaanderen is daar echter geen ruimte meer voor.
De Vlaamse overheid moet volgens de Bond Beter Leefmilieu dus dringen werk maken van de preventie van de aanslibbing van waterlopen. Dat kan in de eerste plaats door erosie van landbouwgronden tegen te gaan. Naar schatting 80 procent van de aanslibbing van waterlopen is immers een gevolg van erosie van landbouwgronden. Zo bedraagt de erosie in de Vlaamse leem- en zandleemstreek naar schatting 10 ton/ha per jaar.
Om erosie te kunnen tegengaan, kunnen een hele reeks maatregelen genomen worden. Zoals het onderhouden en creëren van kleine landschapselementen (hagen, bomenrijen, houtkanten,...), het aanleggen van bufferstroken naast waterlopen, het gebruik van groenbedekkers, juiste ploegmethoden,...
Dergelijke maatregelen worden tot hiertoe enkel op vrijwillige basis toegepast in het kader van de "Code voor Goede landbouwpraktijken". Milieuvriendelijke landbouwers krijgen een compensatie wanneer ze zich houden aan de voorgeschreven normen. Dit is volgens de Bond Beter Leefmilieu een goede eerste stap. Anderzijds wenst het nieuwe stimulerende, maar ook bestraffende impulsen om het probleem van de aanslibbing daadwerkelijk aan de bron aan te pakken.