Hoe kwetsbaar is het Europese voedselsysteem?
nieuwsHet Nederlandse Platform Landbouw, Innovatie en Samenleving heeft samen met Wageningen Universiteit een stresstest van het Europese landbouw- en voedselsysteem uitgevoerd. Natuurrampen, epidemieën of geopolitieke schokken kunnen de voedselzekerheid van de EU niet ernstig in het gedrang brengen. Vlees en zuivel zouden wel onbetaalbaar kunnen worden voor de minst welvarende Europeanen.
De Europese Unie is er gedurende de jaren '60 en '70 in geslaagd grotendeels zelfvoorzienend te worden in voedsel en heeft daarmee zijn voedselzekerheid veilig gesteld. Nederlandse onderzoekers gingen na op welke punten landbouw en voedselvoorziening toch nog kwetsbaar zijn en of er sprake is van nieuwe kwetsbaarheden.
De EU is maar voor de helft zelfvoorzienend in plantaardige olie en vrijwel nihil voor soja(schroot), dat wordt verwerkt in veevoeder. Dat maakt de EU volgens het rapport kwetsbaar voor externe calamiteiten, met name het wegvallen van de import van soja door misoogsten overzee of geopolitieke conflicten. Daarnaast is de EU nog altijd kwetsbaar voor interne calamiteiten. De onderzoekers denken daarbij aan een grootschalige productiedaling in de landbouw door langdurige droogte of een zware vulkaanuitbarsting, die vooral de rundveehouderij zou treffen. Ook grootschalige epidemieën van besmettelijke dierziekten kunnen de Europese veehouderij zwaar treffen.
De potentiële schade van het wegvallen van de import van soja is aanzienlijk en zou een sterke krimp van de productie van varkensvlees, pluimveevlees en eieren tot gevolg hebben, waarna herstel volgt op basis van ander (en duurder) veevoeder. Dat resulteert in sterke prijsstijgingen van varkens- en pluimveevlees, volgens het rekenmodel tot 200 procent van het oorspronkelijke niveau. De krimp zal waarschijnlijk gepaard gaan met een golf van faillissementen in de vee-, vlees- en zuivelsector. De schokken zullen mogelijk worden versterkt door bijverschijnselen als speculatie en massaal hamsteren. Bij hoge prijzen zijn ook diefstal en smokkel te verwachten.
Een langdurige droogte treft vooral de rundveehouderij omdat koeien vooral ruwvoeder eten en import en transport van ruwvoeder veel duurder zijn dan die van krachtvoeder. Voor krachtvoeder heeft de EU bovendien een buffer in de vorm van graanexport. Rundveehouders gaan vee afstoten, waardoor de prijs van rundvlees aanvankelijk tot 60 procent kan dalen om daarna sterk te stijgen tot 140 procent in het vierde jaar. De melkproductie krimpt in waardoor de prijzen stijgen tot 160 procent in het tweede jaar. Vervolgens dalen ze omdat melkveehouders de productie weer uitbreiden in reactie op de hogere prijzen.
De effecten van een zware en langdurige vulkaanuitbarsting hangen sterk af van de schaal van de uitbarsting. Wordt alleen Europa getroffen, dan kan het effect globaal overeenkomen met die van een langdurige droogte in Europa. Maar is de schaal veel groter, dan daalt de productie ook elders en kan dat de prijs op de wereldmarkt opdrijven. Dat zou het voor de EU veel duurder maken om zich uit de problemen te kopen. Bovendien is het ongewis of dat lukt in tijden van geopolitieke spanningen.
Extra schadelijk kan een dubbele calamiteit zijn, met name als een invoerstop van soja zou samenvallen met een langdurige droogte of zware vulkaanuitbarsting. De kans daarop achten de onderzoekers uiteraard veel kleiner, maar de gevolgen kunnen veel groter zijn. Door de piek in de prijzen zou de vlees- en zuivelconsumptie sterk teruglopen, vooral bij lage-inkomensgroepen. In dit scenario wordt de EU netto-importeur van graan en dat kan de prijzen op de wereldmarkt flink opdrijven.
De economische schade van grootschalige epidemieën van dierziekten kan oplopen tot honderden miljarden euro's, nog afgezien van de impact op de samenleving. Het indicatieve model voorspelt bij een grootschalige epidemie met hoge mortaliteit prijsstijgingen van vlees tot 200 procent en hoger. De prijzen zullen minder stijgen, of zelfs dalen, als consumenten hun vertrouwen in vlees verliezen, maar dat zou de schade voor sector en economie juist groter maken.
In geen van de scenario's komt de voedselzekerheid van de EU ernstig in gevaar. Dat is het gevolg van de aanwezige buffers in vraag en aanbod, inclusief de mogelijkheid van een grotere import van plantaardige producten. In principe blijft er ruim voldoende vlees en zuivel beschikbaar voor iedereen. Toch wijst het rapport op het risico dat vlees en zuivel onbetaalbaar worden voor lagere inkomensgroepen, met name in de steden in de minst welvarend lidstaten. "Dat hoeft voor de meesten van hen geen gezondheidsproblemen op te leveren, maar kinderen lopen een risico van ondervoeding door gebrek aan ijzer en vitamine B12", menen de onderzoekers van Wageningen Universiteit.
De EU is volgens hen onvoldoende voorbereid op plotselinge voedselschaarste. De beste preventie tegen schaarste aan soja is dat de EU zelf meer eiwitrijk veevoeder gaat telen. Preventie van grootschalige epidemieën van dierziekten is mogelijk door een veiligheidsbeleid te voeren ter voorkoming van bioterrorisme, door beperking van de lange-afstandstransporten van vee en door minimumafstanden tussen veebedrijven.
In het rapport wordt gesteld dat het afbouwen van de voorraden graan, zuivel en vlees en de afschaffing van het verplichte areaal braakgelegde grond mogelijks een misrekening kan blijken in tijden van opkomende geopolitiek. "De EU houdt beter rekening met andere scenario's dan een verregaande liberalisering", luidt het. In zo'n beleid past dat de EU de oude buffers in ere herstelt. "Niet om een aanvechtbare vorm van inkomensbeleid voor boeren te herstellen, maar als noodvoorziening voor calamiteiten", verklaren de onderzoekers.
Via preventieve maatregelen en buffers kan de EU al te heftige prijsschokken van veevoeder, vlees en zuivel dempen, de schade aan de vee-, vlees- en zuivelsector beperken, criminaliteit en speculatie de wind uit de zeilen nemen en de kans op ondervoeding bij kwetsbare groepen minimaliseren.
Meer info: De kwetsbaarheid van het Europese landbouw- en voedselsysteem