nieuws

Groene Kring wijst Europarlementairen op knelpunten GLB

nieuws
Op uitnodiging van Groene Kring bezochten Europarlementsleden Marianne Thyssen en Ivo Belet (beiden CD&V) twee landbouwbedrijven in Antwerpen. Op die manier wilde de organisatie aantonen welke impact de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid zal hebben voor Vlaanderen. Groene Kring hoopt dat de Europarlementsleden de knelpunten willen opnemen in hun parlementair werk.
17 maart 2012  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:04

Op uitnodiging van Groene Kring bezochten Europarlementsleden Marianne Thyssen en Ivo Belet (beiden CD&V) twee landbouwbedrijven in Antwerpen. Op die manier wilde de vereniging van jonge boeren aantonen welke impact de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid zal hebben voor Vlaanderen. Groene Kring hoopt dat de Europarlementsleden de knelpunten willen opnemen in hun parlementair werk.

Voor de rondleiding startte, kregen de Europarlementsleden eerst een overzicht van probleempunten die Groene Kring heeft gedetecteerd in de voorstellen voor het nieuwe Europese landbouwbeleid. Eerst en vooral is er het Europees landbouwbudget. De jongerenbeweging vindt het problematisch dat er geen indexering is van dit budget. “Dat zorgt voor koopkrachtverlies van 12,5 procent”, zegt Marijke Jordens, voorzitter van Groene Kring.

Ook zorgt de herverdeling van de financiële middelen tussen de EU-landen voor een sterke daling van de middelen voor Vlaanderen en België. “Wij vragen dan ook dat het budget maximaal wordt toegewezen aan de landbouwsector”, aldus Jordens. Groene Kring vindt het ook belangrijk dat de steun gaat naar actieve landbouwers. “De definitie van actieve landbouwer die is opgenomen in de voorstellen, is veel te ruim. Wij vragen dat lidstaten het recht krijgen om deze definitie te verengen.”

Een groot struikelblok voor de jonge boeren is de vergroening die Europa wil opleggen in het nieuwe landbouwbeleid. Die vergroening steunt op drie pijlers: teeltdiversificatie met minimaal drie teelten, het behoud van permanent grasland en zeven procent van het akkerland per bedrijf moet ecologisch focusgebied worden. “Deze maatregelen zijn niet aangepast aan het stedelijk karakter van Vlaanderen. Bovendien is de kost van deze vergroening groot en wordt die niet of onvoldoende gecompenseerd door de vergroeningspremie”, zegt Lucas Van Dessel, ondervoorzitter van Groene Kring.

Daarom vraagt Groene Kring dat de vergroening op vrijwillige basis kan worden aangegaan en dat ze op zijn minst kostprijsdekkend is. “Wij willen ook afstappen van één theoretisch vergroeningsmodel dat op alle Europese boeren van toepassing zal zijn. Elke regio is anders en vraagt dus aangepaste maatregelen”, beweert Van Dessel. Groene Kring wil dat er een lijst komt met mogelijke maatregelen en dat een landbouwer daaruit kan kiezen op basis van de mogelijkheden binnen zijn bedrijf en de regio waarin hij actief is.

Voorts wil de beweging voor jonge land- en tuinbouwers dat alle definities voldoende ruim worden bepaald. Ook mogen toeslagrechten niet gekoppeld worden met steunmogelijkheden uit pijler twee. “Wie niet voldoet aan de vergroening zoals nu voorgesteld door Europa, mag niet gekort worden op de basistoeslag of op de toeslag voor jonge landbouwers. Bovendien mag voldoen aan de vergroeningseisen geen voorwaarde zijn om steun uit pijlers twee voor beheerovereenkomsten toe te kennen”, klinkt het.

Tot slot had Groene Kring ook nog een aantal eisen in verband met de generatiewissel op landbouwbedrijven. In de voorstellen van de Europese Commissie is een extra betaling voorzien voor jonge boeren tot twee procent. “Wij vragen dat die twee procent verplicht wordt in de enveloppe van elke lidstaat. Bovendien moet elke lidstaat kunnen beslissen hoe die twee procent verdeeld wordt onder de jonge landbouwers om de generatiewissel te bevorderen”, zegt voorzitter Jordens.

Op vlak van pijler twee wil Groene Kring dat er 25 procent van het budget voorzien wordt voor landbeheer en klimaat. “Daarmee moeten duurzame investeringen in het kader van groene groei gestimuleerd worden”, klinkt het. De organisatie wil ook dat kapitaalpremies en rentesubsidies behouden blijven als financieringsinstrument bij overname- en investeringssteun. Ook moet het mogelijk zijn om VLIF-steun overdraagbaar te maken om zo de generatiewissel te vergemakkelijken. Tot slot vraag Groene Kring dat er ondersteuning is om het subthema jonge landbouwers te introduceren in de lidstaten.

Na de theorie werden de Europarlementsleden geconfronteerd met de impact van het Europees landbouwbeleid op de landbouwpraktijk. Het eerste bedrijf dat bezocht werd, was dat van Olivier Van Look uit Ekeren. Het bedrijf telt een 65-tal runderen van het wit-blauw ras en zo’n 28 hectare akkerbouw met onder meer grasland, wintertarwe, aardappelen en maïs.

Thyssen en Belet kregen een rondleiding in de stallen, machine- en bewaarloods. Toen Olivier Van Look het bedrijf overnam van zijn grootouders, werd hij geconfronteerd met een verouderde infrastructuur. Naast een nieuwe loods die al een paar jaar geleden gebouw werd, zal er deze zomer ook een nieuwe vleesveestal komen volledig aangepast aan de wettelijke normen.

Groene Kring maakte een simulatie van de impact die het nieuwe GLB zal hebben op dit bedrijf als de voorstellen die nu voorleggen onverminderd worden doorgevoerd. “Olivier zal een kleine twee procent meer steun ontvangen, maar daarvoor moet hij wel aan heel wat meer voorwaarden voldoen. Ook heeft de zeven procent ecologisch focusgebied een belangrijke invloed als je weet dat de grondprijs in deze streek van Vlaanderen zo’n 70.000 euro per hectare bedraagt”, legt Marijke Jordens uit. Gemiddeld genomen zal een akkerbouwbedrijf zo’n 26 procent van zijn steun verliezen, met +10 procent en -59 procent als absolute uitschieters.

Nadien ging het met de bus richting Brecht waar Lode Van Looveren samen met zijn vader een melkveebedrijf uitbaat met zo’n 100 melkkoeien die gemolken worden door twee robots. Het bedrijf heeft bijna 60 hectare gras, maïs en grasklaver. Recent werd geïnvesteerd in een nieuwe melkveestal die gebouwd is met oog op groei. “De stal is nog maar voor de helft bezet. Gaandeweg willen we uitbreiden en twee nieuwe melkrobots bijplaatsen”, legt Lode Van Looveren uit. Belet en Thyssen waren onder de indruk van alle energiezuinige toepassingen en ook de melkrobot kon op bewonderende blikken rekenen.

In tegenstelling tot het eerste bedrijf dat de Europarlementairen bezochten, wordt het bedrijf van Lode Van Looveren wel zwaar getroffen door de GLB-voorstellen die nu voorliggen. Zo verliest het ongeveer 43 procent financiële steun. Ook voldoet het bedrijf vandaag niet aan de drie pijlers van de vergroening. Zo wordt niet aan de voorwaarden voor teeltdiversificatie voldaan. Ook door het ecologisch focusgebied zou Van Looveren zwaar getroffen worden. “Bijna vier hectare zou voor dit doel moeten voorbehouden worden. En ook hier is de grondprijs 70.000 euro per hectare. Bovendien zal er nog eens ruim een derde van de premie wegvallen, als het bedrijf er niet in slaagt aan de voorwaarden van vergroening te voldoen”, klinkt het.

Groene Kring hoopt dat Thyssen en Belet aandacht hebben voor al deze knelpunten wanneer het Europees Parlement straks begint te onderhandelen over het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. “Ik heb in elk geval veel bijgeleerd”, zei Marianne Thyssen na afloop. “Het is de eerste keer dat me zo goed uitgelegd wordt hoe het Europees landbouwbeleid precies in elkaar zit en welke impact het heeft voor de individuele landbouwer.”

Meer foto's: Bekijk de Facebookpagina van VILT

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek