Gewesten reageren verdeeld op BSE-aanpak kernkabinet

Federaal landbouwminister Jaak Gabriëls herhaalde donderdagnacht na afloop van het kernkabinet nogmaals dat de opslag en vernietiging van de tonnen beendermeel (die door Europa worden verboden) een bevoegdheid is van de gewesten. De kostprijs raamt hij op 7 à 8 miljard.

Bij de gewesten luidt het echter dat de kostprijs overdreven is. De hele operatie (opslag en vernietiging) zou nationaal circa 4,7 miljard kosten. Vlaanderen zou 3,6 miljard moeten ophoesten.

Hoe dan ook, voor de Waalse regering is het duidelijk. "Dat kan niet", schreeuwen de Waalse ministers van milieu en landbouw, Forêt en Happart. Op de Waalse begroting is voor 2001 250 miljoen ingeschreven voor de vernietiging van slachtafval, stelt Forêt. "Als we nu al een prefinanciering van 1,5 miljard moeten voorzien, is dat meteen 10 procent van m'n budget". Voor Forêt gaat het trouwens niet alleen om een financieel, maar ook om een operationeel probleem. "We beschikken immers niet over de noodzakelijke verwerkingscapaciteit. Cementfabrieken opvorderen is immers niet zo simpel".

Ook Happart kant zich tegen de federale beslissing om de verantwoordelijkheid voor het vernietigen van het beendermeel naar de gewesten te schuiven.

Aan Vlaamse kant zal volgende week duidelijk worden met hoeveel de Vlaamse regering bereid is om over de brug te komen, klinkt het vrijdag. Een crisiscel moet de BSE-problematiek verder onderzoeken. Zo moet ze nagaan hoe het diermeel dat nu opgeslagen ligt bij de verwerkers op een gecontroleerde wijze naar het bedrijf Manuport in de Gentse haven kan worden gebracht. In een volgende fase zal de eindverwerking van het meel georganiseerd worden.

De Vlaamse regering vraagt tot slot aan de federale overheid om bij de Europese commissaris aan te dringen op een uniforme regeling om zo de concurrentievervalsing tussen de lidstaten uit te sluiten.