nieuws

"Geen teveel aan PCB's in vervuild voeder"

nieuws
De stalen, die woensdag werden genomen in het bedrijf Profat, hebben alle gunstig getest op PCB's. Dat betekent dat er niet meer PCB's werden aangetroffen dan de toegestane waarde, meldde het Voedselagentschap donderdag. Vrijdag worden de resultaten voor de aanwezigheid van dioxines verwacht.
26 januari 2006  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:32
De stalen, die woensdag werden genomen in het bedrijf Profat, hebben alle gunstig getest op PCB's. Dat betekent dat er niet meer PCB's werden aangetroffen dan de toegestane waarde, meldt het Voedselagentschap donderdag. Vrijdag worden de resultaten voor de aanwezigheid van dioxines verwacht.

In een Nederlands mengvoederbedrijf werd in een staal een verhoogd dioxinegehalte vastgesteld in varkensvet, dat volgens Nederlands onderzoek afkomstig zou zijn van het Belgische bedrijf Profat. Dat is het vroegere bedrijf Verkest in Deinze, dat in 1999 aan de basis lag van de dioxinecrisis. Het Voedselagentschap startte bij Profat, bij de toeleveranciers en de afnemers een onderzoek.

De stalen die het Voedselagentschap woensdag nam, hebben zoals verwacht inzake PCB's een gunstig resultaat, net als het Nederlandse staal, stelt het agentschap. "Dat betekent dat er niet meer PCB's werden aangetroffen dan de toegestane waarde", verduidelijkt Pascal Houbaert, de woordvoerder van het Voedselagentschap, dat ook de traceerbaarheid van alle leveringen varkensvet naar en vanuit het bedrijf natrok.

Het agentschap wijst er nog op dat de dioxineconcentratie in het Nederlandse staal 50 pg TEQ/g vet is, "daar waar tijdens de dioxinecrisis van 1999 gemeten waarden tot 10.000 pg TEQ/g bedroegen". "De normale maximumnorm voor dierlijk vet bestemd voor veevoeders bedraagt 2 pg TEQ/g vet", aldus nog Houbaert. De resultaten voor dioxines in de woensdag bij Profat genomen stalen worden dus vrijdag verwacht.

Profat kocht zijn eigen grondstoffen slechts bij één bedrijf. Het Voedselagentschap weet over welk bedrijf het gaat, maar wil de naam pas vrijdag vrijgeven en alleen als de monsters van het bedrijf positief testen. "Het is een bedrijf dat ook onder meer vetten levert aan andere bedrijven in binnen- en buitenland", zegt Piet Vanthemsche in Het Nieuwsblad.

Grote vraag is nu hoe de dioxines in de vetten terecht zij gekomen. Volgens zowel Nederlandse als Belgische experts gaat het niet om dioxines die vrijkomen als verbrandingsproduct. Bij de verbranding van hout en andere brandstoffen, eigenlijk bij elke verbranding, komen dioxines vrij. "Het gaat ook niet over dioxines die van minerale oorsprong zijn", zegt Vanthemsche. "Waarschijnlijk ook niet over dioxines die in klei zitten, die soms bij de mengvoerders wordt gemengd. Niemand kent het profiel van de dioxines".

Hoogstwaarschijnlijk zaten de dioxines in die gevallen gewoon in andere voedingsproducten die door de leverancier van Profat in het productieproces gebruikt worden, schrijft Het Nieuwsblad. Volgens Vanthemsche heeft de bewuste leverancier ook nog andere klanten in de voedingssector. Of er in het bedrijf ook producten worden gemaakt die rechtstreeks in de menselijke voedselketen terechtkomen, wordt op het Voedselagentschap ontkend noch bevestigd.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek