Export cruciaal voor concurrentiepositie voedingssector
nieuwsIn samenwerking met de K.U.Leuven maakte de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) een SWOT-analyse van de Belgische voedingsindustrie. Het handelssaldo voor voeding is positief en groeit, toch gaat marktaandeel verloren en de Belgische export naar de groeilanden Brazilië, India en China blijft zeer klein. Voorts blijkt nog dat de rendabiliteit van de sector niet het gemiddelde niveau bereikt van de industrie.
De voedingsindustrie is in België de grootste industriële sector gemeten naar tewerkstelling en de tweede grootste sector gemeten naar toegevoegde waarde. Over een langere periode (1995-2007) blijkt dat de tewerkstelling in de voeding zich beter handhaaft dan in de industrie als geheel. De groei van de reële toegevoegde waarde is daarentegen lager. Verder stipt het rapport de productiviteit als positief aan omdat die hoger scoort dan in de buurlanden en de Verenigde Staten. Alleen in Nederland groeit de toegevoegde waarde per gepresteerd uur in de voedingsindustrie sneller dan bij ons.
Ook inzake export zet België goede cijfers neer: het handelssaldo voor de voeding is positief en groeit. “Toch gaat marktaandeel verloren, weliswaar iets minder sterk in voeding dan in de industrie als geheel”, merken de onderzoekers op. Circa 17 procent van de export betreft doorvoer die enkel transport genereert. De voedingsindustrie weet zich naar verluidt goed aan te passen aan groeiende en krimpende markten. België doet dat minder goed dan Duitsland, maar beter dan Frankrijk en Nederland. De export van België is voor meer dan 80 procent gericht op de 15 oude EU-lidstaten. Groei is er vooral voor de export naar de BRIC-landen en de 12 nieuwe lidstaten, maar de export naar Brazilië, India en China blijft erg klein.
De rendabiliteit van de sector kende een dieptepunt in 2001, in de periode na de dioxinecrisis. Sindsdien is er een herstel, maar het niveau van de industrie wordt niet gehaald en in 2006 scoorde een kwart van de bedrijven een negatieve rendabiliteit van meer dan vier procent onder nul. Maar liefst 70 procent van de toegevoegde waarde wordt gecreëerd door de zes grootste subsectoren: dranken, vlees, bakkerij, groenten & aardappelen, zuivel en chocolade. Vlees, groenten & aardappelen en zuivel hebben het grootste aandeel in de Belgische export.
In de voedingsindustrie zijn vooral kleine bedrijven met minder dan 50 werknemers actief, hoewel er een trend is naar schaalvergroting. Multinationals realiseren evenwel 72 procent van de toegevoegde waarde en 61 procent van de tewerkstelling. Bedrijven die exporteren, creëren 90 procent van de toegevoegde waarde.
“Om de competitiviteit te verzekeren, moet de voedingssector blijven inzetten op productiviteitsgroei”, concludeert het rapport. Daarvoor zijn procesvernieuwing en productontwikkeling nodig en netwerkverbanden om te innoveren. Samenwerking met andere bedrijven, met de openbare sector en met het onderwijs zijn aan de orde. Gelet op de wijzigende consumentenvoorkeuren moet de sector inspelen op kwaliteits- en gezondheidseisen en aandacht hebben voor nichemarkten zoals convenience, health en ethnic food.
De markt voor voedingsproducten is een mature markt. Daarom is er voor export een centrale rol weggelegd voor de ontwikkeling van de sector. Kwaliteitslabels en nichemarkten kunnen een rol spelen bij het differentiëren van producten. Daarnaast is het ook belangrijk om nieuwe afzetmarkten te bereiken.Tenslotte moet de sector voldoende aandacht besteden aan de ontwikkelingen in de arbeidsmarkt, de relatie met de sterke distributiesector bewaken en de vereiste expertise verwerven om prijsfluctuaties op de landbouwmarkt op te vangen.
Het rapport van CRB en K.U.Leuven besluit met een resem beleidsaanbevelingen. Gelet op het belang van export wordt exportpromotie geadviseerd. Voor alle bedrijven is het belangrijk dat zij kunnen groeien in een optimale investeringsomgeving. Ook moet zorg gedragen worden voor het verder ondersteunen en opzetten van innovatie in voeding. Regelgeving voor nieuwe technologieën goed opvolgen, kan helpen bij de implementatie van innovaties.