Duurzame varkenshouderij in het vooruitzicht
nieuwsEen belangrijke uitdaging voor de varkenshouderij –en voor de rest van de intensieve veehouderij- is de Nitraatrichtlijn. Die schrijft voor dat op 1 januari 2003 alle grond- en oppervlaktewater moet voldoen aan de 50 mg nitraat/l-norm. Vertaald in bemestingsnormen wordt de plaatsingsruimte voor mest in Vlaanderen beperkt tot 139 miljoen kg stikstof en 49 miljoen kg fosfaat. Op meer dan de helft van de MAP-meetplaatsen werd de norm het voorbije jaar niet overschreden. Deze positieve trend dient doorgezet en versterkt te worden om te beletten dat Europa Vlaanderen zal inkleuren als kwetsbaar gebied. Hierdoor zou alle landbouwgrond aan de bemestingsnormen voor natuur moeten voldoen.
Map 2 opteert voor een driesporenbeleid om de normen binnen bereik te brengen. In de eerste plaats wordt de instroom van nutriënten beperkt. Dat gebeurt op twee manieren. Door een convenant tussen de mengvoederfabrikanten en de overheid werd het fosforgehalte van de vleesvarkensvoeders gesteld op 0,50% totaal fosfor. Het afgelopen jaar reduceerden de mengvoederfabrikanten op die manier de fosforbelasting met 3,2 miljoen kg.
De invoer van nutriënten in de varkenshouderij kan anderzijds ook verminderd worden door het simpelweg inkrimpen van de varkensstapel (7,3 miljoen varkens). Het stopzettingsdecreet van de Vlaamse overheid is ingegaan op 1 mei en heeft 1 miljard fr. veil voor varkenshouders die hun activiteit stopzetten. Het aantal aanvragen tot stopzetting stroomt momenteel massaal binnen bij de Administratie Land- en Tuinbouw.
Straks maakt ALT de optelsom van de aanvragen en dan zal blijken hoeveel varkenshouders en varkens de sector verlaten. Indien de vraag het aanbod overstijgt, overweegt de Vlaamse overheid om ook volgend jaar een belangrijk bedrag te besteden aan de vrijwillige afbouw van de varkensstapel.
De meeste varkenshouders motiveren hun aanvraag door te verwijzen naar te ingewikkelde administratieve verplichtingen en reglementeringen. Bovendien zijn de varkenshouders de slechte prijzen van 1998 en de dioxinecrisis van 1999 nog niet vergeten, de gunstige actuele prijzen ten spijt. Hieruit blijkt dat ook de sociale dimensie van een duurzame varkenshouderij bijzondere aandacht verdient.
Het tweede spoor van het Vlaamse mestbeleid is de oordeelkundige bemesting. Dierlijke mest dient een voorafgaande bewerking te ondergaan en akkerbouwers worden geconfronteerd met bodembalansen en controles op het daadwerkelijke nitraatresidu, ook na de teelt. Een oordeelkundige bemesting zorgt er trouwens voor dat de stikstof/fosfor-verhouding in de dierlijke mest beter afgestemd is op de behoeften van de teelt.
Het derde en laatste spoor behelst de mestverwerking. De afgelopen dagen werd een grootschalig varkensmestverwerkingsproject (500 000 ton/jaar) van NV Discover vergund door de provincie West-Vlaanderen. Voor 2003 bedraagt de verwerkingsplicht 2 390 000 ton varkensmest. De varkenshouderij kijkt met aandrang uit naar nieuwe initiatieven.
Naast milieubewustzijn raakt ook het begrip dierenwelzijn ingeburgerd in de varkenshouderij. De Europese Unie werkt momenteel aan een richtlijn met normen voor de huisvesting van varkens. Het debat is gepland voor de komende maanden en belooft moeilijk te verlopen: zowel systemen van individuele als van groepshuisvesting hebben een aantal belangrijke voor- en nadelen. Net zoals in de pluimveehouderij zouden de nieuwe normen tegen 2012 helemaal geïmplementeerd moeten worden.
Op Vlaams niveau lanceerde minister Aelvoet twee weken geleden het initiatief om samen met de ministers van landbouw, vertegenwoordigers van de wetenschappelijke wereld, de farmaceutische industrie en dierenwelzijns- en landbouworganisaties te zoeken naar een diervriendelijker alternatief voor het routinematig castreren van biggen. Deze praktijk is nodig omdat het vlees van 1 tot 2 procent van de niet-gecastreerde beren zeer onaangenaam kan ruiken bij het bakken. Bij de huidige stand van de wetenschap is een verbod op castratie nog niet haalbaar. Maar omdat routinematig castreren zonder verdoving niet diervriendelijk is, wil minister Aelvoet toch brainstormen over een alternatief.
Gisteren pleitte de dierenrechtenorganisatie Gaia voor het afschaffen van de zeugenbox en stelde het vragen bij het knippen van staart en tandjes bij biggen. Van haar zijde is de landbouwsector bereid om goede alternatieven in overweging te nemen. Vanuit de wetenschap dat zeugenboxen beletten dat biggen verdrukt worden door de moederzeug; dat geknipte of gevijlde tandjes bij biggen voorkomen dat de spenen van de zeug beschadigd worden; en dat de staart van de biggen gecoupeerd wordt om de gevolgen van het onderling staartbijten te beperken.
Van de varkenshouderij wordt de nodige creativiteit verwacht opdat alle maatregelen inzake milieu en dierenwelzijn het economisch rendement niet wegdrukken. Mocht dit laatste wel het geval zijn, dan is er uiteraard geen sprake meer van duurzame landbouw. Met 38,5 miljard fr. is meer dan 50 procent van de eindproductiewaarde van de Vlaamse land- en tuinbouw voor rekening van de varkenshouderij.
De Belgische zelfvoorzieningsgraad voor varkensvlees liep in 1999 op tot 226 procent. Dat betekent dat het merendeel van het varkensvlees geëxporteerd wordt. De varkenshouderij is de hoofdverantwoordelijke voor de positieve handelsbalans van de Belgische land- en tuinbouwsector. Het is pas sedert 1993 dat de landbouw en voedingsnijverheid een positieve balans laten optekenen.
Voor de positieve cijfers tekenen 10 958 Belgische varkenshouderijen. 9 508 bedrijven (87%) zijn in Vlaanderen gevestigd, waarvan 4 799 in West-Vlaanderen.
Meer informatie: MAP 2:VLM, tel 02/543 73 98 of Kabinet minister Dua, tel 02/553 27 81 Mengvoederfabrikanten: Bemefa, tel 02/513 09 55 Mestverwerking: VCM, tel 050/36 71 38 Stopzettingsdecreet: ALT, tel 02/553 63 56 Dierenrechten: GAIA, tel 02/245 29 50 Landbouworganisaties: ABS, tel 051/22 42 40 VAC, tel 09/252 59 19 Boerenbond, tel 016/24 21 21 VEVA, tel 09/229 37 51
Breng een bezoek aan de virtuele varkenshouderij: www.vilt.be/virtuele/varkenshouderij/index.html