Dierenwelzijnsnormen in de varkenshouderij: een overzicht
nieuwsNa afloop van de landbouwraad verspreidden de media het bericht dat Europa beslist had om vanaf 2013 zeugenboxen te verbieden. Voor drachtige zeugen klopt dit. Maar bijvoorbeeld in de kraamafdeling blijft de individuele huisvesting gehandhaafd. In het kraamhok zouden de zware zeugen hun pasgeboren biggen immers kunnen “doodliggen” wanneer hun individuele vrijheid niet beperkt wordt.
De termijn gedurende dewelke de zeugen in groepen moeten gehuisvest zijn, is bepaald van 4 weken na het dekken tot 1 week voor het werpen. Individuele huisvesting voor zeugen is dan nog toegestaan in de kraamafdeling, tijdens de periode na het spenen tot 4 weken na het dekken of tijdelijk bij ziekte, verwonding of agressie.
Nieuwe normen
Groepshuisvesting impliceert dat gedekte gelten over tenminste 1,64 m2 vrije vloeroppervlakte zullen moeten beschikken. Voor zeugen wordt de minimumnorm 2,25 m2. Al naargelang de dieren in een groep met minder dan 6 of meer dan 40 leven, wordt oppervlakte respectievelijk verminderd en vermeerderd met telkens 10 procent.
De nieuwe stallen moeten aan welomschreven normen voldoen. Er werd immers uitdrukkelijk bepaald dat gedekte gelten over 0,95 m2 en drachtige zeugen over 1,3 m2 vaste vloer of vloer met maximum 15 procent afvoergaten moeten beschikken. De betonroosters zullen in alle stallen aan nieuwe normen moeten voldoen. De minimale balkbreedte en maximale gleufbreedte werden gedefinieerd. Deze normen verschillen voor biggen, gespeende varkens, vleesvarkens en zeugen.
Bijzondere bepalingen
Aanvullend gelden enkele bijzondere bepalingen voor de groepshuisvesting: · Manipuleerbaar materiaal (“speeltjes”) moeten voorhanden zijn; · Het voedingssysteem moet de dagelijkse opname van voldoende voedsel garanderen; · Zeugen en gelten moeten dagelijks minstens één energierijke maaltijd nuttigen en voor een langere periode over vezelrijk of bulkvoer beschikking in voldoende hoeveelheid.
Timing
Nieuwbouw moet reeds per 1 januari 2003 aan de nieuwe richtlijn voldoen. Uiterlijk per 1 januari 2013 moeten alle varkensbedrijven omgeschakeld zijn. Hoewel GAIA pleitte voor een scherpere deadline, mag niet uit het oog verloren worden dat deze timing geen overbodige luxe is voor varkenshouders die nog recent investeerden in een traditionele stal.
Bovendien wil de Commissie op 1 juli 2004 beschikken over een verslag met wetgevingsvoorstellen met betrekking tot de beschikbare ruimte voor gespeende varkens en vleesvarkens én met betrekking tot de ontwikkeling van technieken en systemen die als doel hebben chirurgische castratie minder of niet noodzakelijk te maken.
Niet later dan per 1 januari 2008 verwacht de Commissie een rapport over de invloed van enerzijds de bezettingsgraad en anderzijds het stalontwerp en de vloertypen op het welzijn en de gezondheid.
Duurzame varkenshouderij
De Vlaamse varkenshouderij is op verschillende terreinen de weg in de richting van duurzaamheid ingeslagen. Op milieuvlak opteert MAP 2 in het kader van de Nitraatrichtlijn voor een driesporenbeleid. Een beperking van de instroom van nutriënten, een oordeelkundige bemesting en initiatieven inzake mestverwerking moeten het milieu ontlasten van overbemesting. Bemoedigend is dat de 50 mg nitraat/l-norm het voorbije jaar op meer dan de helft van de MAP-meetplaatsen niet overschreden werd.
Ook de huidige varkensprijzen zijn een hart onder de riem van de sector. Die kunnen de Vlaamse varkenshouders sterken in hun geloof dat bedrijfsrendement kan gekoppeld worden aan milieubewustzijn en dierenwelzijn.
Wilt u kennismaken met een doorsnee varkenshouderij in Vlaanderen? Bezoek dan de virtuele varkenshouderij op www.vilt.be/virtuele/varkenshouderij/index.html.