Boerenbond en ABS willen melkquotaregeling bijsturen

Elk melkveebedrijf beschikt over een melkquotum. Dat is een soort productierecht dat zegt hoeveel melk een bedrijf mag leveren. Gemiddeld gaat het om zo'n 176.000 liter. Een deel van de productierechten wordt vrij verhandeld, het andere deel verloopt via het Quotumfonds. Stoppende melkveehouders kunnen aan een vaste prijs verkopen aan het Fonds en melkveehouders die méér quotum wensen, kunnen inschrijven om te kopen.

Na moeizame onderhandelingen werd in 2003 de 60/40-verdeelsleutel vastgelegd. 60 procent van het melkquotum dat vrijkomt, kan vrij verhandeld worden. De overblijvende 40 procent wordt aan een vaste (lees: lagere) prijs via het Fonds aangeboden. Maar op het terrein gaven melkveehouders al vrij snel signalen dat nieuwe bijsturingen nodig zijn, luidt het bij Boerenbond.

Momenteel overleggen de boerenorganisaties met het kabinet-Leterme en met de landbouwadministratie over een aantal aanpassingen. Bedoeling is om de regeling administratief te vereenvoudigen en een aantal belemmeringen voor bijvoorbeeld startende melkveehouders weg te werken. Een bijkomende uitdaging is om het melkquotasysteem compatibel te maken met het hervormde Europese landbouwbeleid. Aan de wezenlijke structuur van de huidige regeling zou evenwel niet geraakt worden.

Meer informatie: Voorstel tot bijsturing melkquotaregeling