Boerenbond blijft gekant tegen breder Schipdonkkanaal
Ondanks bijkomende studies blijft Boerenbond op zijn honger zitten in het dossier rond de verbreding van het Schipdonkkanaal. Boerenbond kantte zich in 2009 tegen de verbreding van dit kanaal en stelt nu vast dat de recente studies die aan de Vlaamse parlementsleden werden toegelicht geen antwoord bieden op de vragen die toen rezen. “Onze vragen werden niet beantwoord, wat onze waakzaamheid verhoogt", luidt het.
Afgelopen maanden werden in de commissie Openbare Werken en Mobiliteit van het Vlaams Parlement verschillende studies rond de verbreding van het Schipdonkkanaal voorgesteld. Donderdag ging in het Vlaams Parlement de zoveelste hoorzitting rond dit thema door.
In 2009 sprak Boerenbond zich uit tegen de verbreding van het kanaal. Belangrijke argumenten waren het ontbreken van een degelijke grond- en waterbalans en de grote onduidelijkheid omtrent de mogelijke gevolgen van verzilting van de omliggende gronden. Er was de onduidelijke impact op de grondinname zowel voor de verbreding zelf, maar ook voor het (ver)bouwen van bruggen, het aanleggen en verbreden van langsgrachten, mogelijke natuurcompensaties en de ruimte nodig voor (tijdelijke) stockage van grond.
Daarnaast bestond er geen duidelijkheid over de impact van diverse geplande waterwerken en van de klimaatverandering op de waterbalans. Tot slot stelde Boerenbond toen dat in de diverse studies onvoldoende alternatieve ontsluitingsmogelijkheden voor de Haven van Zeebrugge werden bekeken, zoals ontsluiting via het spoor en de estuaire vaart.
De recente studies die in de commissie aan bod kwamen, bieden volgens Boerenbond geen antwoord op deze vragen en bemerkingen. Zo houdt de waterbalansstudie geen rekening met de effecten van de situatie van de kanalen en waterlopen in Noord-Frankrijk, en met de plannen rond het kanaal Gent-Terneuzen en er werd geen rekening gehouden met de impact van de klimaatverandering.
De ecohydrologische studie die werd uitgevoerd, beperkte zich tot natuurgebieden en stelde dat lichte grondwaterpeilstijgingen en lokale verzilting mogelijk zijn. "Als verziltingseffecten kunnen optreden in natuurgebieden, zal dit ongetwijfeld ook gebeuren in de aanpalende landbouwgebieden", concludeert Boerenbond. De mogelijke impact van verzilting op landbouwgebruik werd echter in geen enkele studie in kaart gebracht.
Het blijft ook zoeken naar een degelijke grondbalans. "Het is nu reeds duidelijk dat landbouwgronden opgeofferd zullen moeten worden ter compensatie van het verlies aan natuurwaarden, maar hoeveel weet niemand", hekelt Boerenbond. "Niemand ontkent nog dat de rechtstreekse grondinname heel wat meer inhoudt dan de rechtstreekse inname voor verbreding, maar tegelijk is er niemand die nog maar een raming durft geven."
De studie over de ontsluiting van de Haven van Zeebrugge onderzocht verschillende scenario’s van niets doen tot de verbreding. De studie doet echter geen uitspraak over de noodzaak van een verbreed kanaal om een betere bereikbaarheid van de Haven te garanderen en stelt dat bijkomend studiewerk nodig is. "Bovendien wordt geen antwoord gegeven op de vragen uit de maatschappelijke kosten-batenanalyse uit 2009", beweert Boerenbond.
Bovenvermelde studies leveren naar verluidt geen argumenten op om het Boerenbondstandpunt uit 2009 tegen de verbreding te herzien. Boerenbond vraagt uitdrukkelijk aan de Vlaamse overheid om klare en goed onderbouwde antwoorden te geven op de vragen die de organisatie destijds stelde. Zolang Boerenbond op die vragen geen bevredigend antwoord krijgt, blijft zijn houding ten opzichte van dit dossier negatief en blijft de organisatie zich verzetten tegen de verbreding van het Schipdonkkanaal.
