Boeren vrezen parkbos in Zwijnaarde
Het ruimtelijk uitvoeringsplan over de afbakening van het grootstedelijk gebied Gent geeft nochtans ruimte aan de drie serrebedrijven die in het toekomstige parkbos gevestigd zijn. Die zouden zelfs tot drie keer zoveel oppervlakte kunnen innemen. "Teveel van het goede", oordeelt schepen van Ruimtelijke Ordening Karin Temmerman (sp.a). "Het moet de bedoeling blijven dat er bos bijkomt".
"Mijn bedrijf is 6,5 ha groot", zegt Vendersteene die kamersparren kweekt. "Slechts een halve hectare daarvan zijn serres. Het is alleen de oppervlakte van de glasteelt die ik mag verdrievoudigen. Van de rest van mijn gronden moet ik 2,5 ha afstaan".
In een sector die steeds grootschaliger wordt, ziet de toekomst er voor Hemaflor dus niet zo rooskleurig uit. "15 jaar geleden waren er in Zwijnaarde nog 17 bloemisterijen, nu zijn er nog drie. De overblijvende bedrijven zijn groter geworden. We leveren steeds meer aan de grootdistributie. Die vragen soms 50 à 70.000 planten die je in vier weken tijd moet kunnen leveren. Daarom zou het een ramp zijn mocht ik een stuk van mijn areaal kwijtspelen".
Ook andere landbouwers vrezen het parkbos. "We verliezen allemaal een stuk van ons areaal", zegt Danny Heirbrant. "Zelf verlies ik 5 van mijn 35 hectare. Dat is een grote hap uit mijn inkomen. Andere bedrijven verliezen tussen de 2 en de 10 hectare".
Het ruimtelijk uitvoeringsplan over de afbakening van het grootstedelijk gebied Gent wordt normaal gezien tegen eind dit jaar definitief vastgelegd. Het parkbos in Zwijnaarde en De Pinte is een van de deelprojecten in het plan.