Afhandeling schadedossiers landbouwramp 2006 hapert

2,5 jaar na de extreme droogte en intense regen tijdens de zomer van 2006 kreeg amper 17 procent van de getroffen landbouwers hun schade terugbetaald. In tegenstelling tot geruchten die de ronde doen, is de achterstand volgens federaal landbouwminister Laruelle niet te wijten aan de lage vergoedingen voor experts.

Eind april 2007 besliste de regering dat de getroffen boeren hun schade konden recupereren via het landbouwrampenfonds. Door de politieke impasse verscheen het besluit pas in maart 2008 in het Belgisch Staatsblad. "Tien maanden later zien we een opmerkelijk verschil in afhandeling tussen de verschillende provincies", stelt CD&V-volksvertegenwoordiger Nathalie Muylle.

De Antwerpse dossiers zijn volledig afgewerkt, Limburg zit ruim over de helft en Waals-Brabant net eronder. Voor andere provincies geldt dat er nauwelijks dossiers voor uitbetaling ingediend zijn bij de FOD Economie. Het schoentje knelt het meest in West-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, Luik en Henegouwen. Van West-Vlaamse landbouwers had Muylle te horen gekregen dat het provinciebestuur geen experts vindt die aan het wettelijk vastgelegde tarief de nodige vaststellingen willen doen.

Klopt niet, reageert Laruelle. "Het steeds weerkerende karakter van het dossier, het principe van de forfaitaire vergoeding en de onmogelijkheid om de schatterplaats vast te stellen, zorgt ervoor dat de afhandeling van dossiers aanzienlijk kan worden vereenvoudigd. Het tempo vooral af van het werkritme van de provincie". Muylle vraagt dan ook dat de minister de verschillende provincies aanzet om zo snel mogelijk de dossiers af te handelen.

Momenteel werd voor ruim drie miljoen euro schade uitbetaald, wat kan oplopen tot 20 miljoen euro na de volledige afhandeling. Dit komt neer op meer dan 5.300 euro per getroffen bedrijf. "Voor een sector waar het inkomen het laatste jaar werd gehalveerd, weegt dit zwaar door", besluit Muylle.