478 veebedrijven moeten superheffing betalen

Mestverwerking is één van de pijlers van het Vlaamse beleid om de mestoverschotten aan te pakken. De helft van de overschotten moet verwerkt of uitgevoerd worden. Grote veebedrijven zijn onderworpen aan een "mestverwerkingsplicht". Als ze daar niet aan voldoen, moeten ze een heffing betalen. Die bedraagt 0,49 euro per niet verwerkte kg stikstof en fosfaat.

Van de in totaal 20.000 intensieve veehouderijen in Vlaanderen moesten in het productiejaar 2001 627 bedrijven een deel van hun mestoverschot verplicht verwerken. 149 bedrijven hebben aan hun plicht voldaan. Meer nog: zij hebben ruim drie keer méér verwerkt dan gevraagd: 2,8 miljoen kg fosfaat, terwijl slechts 920.580 kg verplicht was. Zij moeten dus geen superheffing betalen. Het gaat in hoofdzaak om pluimveebedrijven en gemengde bedrijven met pluimvee en varkens.

De 478 andere mestverwerkingsplichtige bedrijven - bijna allemaal varkensbedrijven - hebben slechts gedeeltelijk of helemaal niet aan hun plicht voldaan. Van de gevraagde 2 miljoen kg fosfaat werd er amper 517.811 kg verwerkt. Samen moeten de 478 veehouders 2.349.192 euro aan heffingen betalen.

Vorig jaar moesten 324 bedrijven in totaal 707.029 euro aan superheffingen betalen wegens het niet-naleven van hun mestverwerkingsplicht. Het bedrag van de heffingen wordt elk jaar hoger, net als het aantal heffingsplichtige bedrijven. Het is duidelijk dat de vergunde en operationele capaciteit voor de verwerking van varkensmest dringend moet uitgebreid worden. Voor de verwerking van kippenmest is de capaciteit wel voldoende.

Lees ook: geVILT: "Vlaanderen pioniert inzake mestverwerking" geVILT: "Boeren moet je buigen, niet kraken"