3 haarden en 5 verdachte bedrijven in Nederland

Ierse kalveren zijn waarschijnlijk de overbrengers geweest van het mond- en klauwzeervirus naar meerdere boerderijen in Nederland. De dieren hebben onderweg van Ierland naar Nederland een tussenstop gemaakt in het Franse departement Mayenne. Op de rustplaats, in het plaatsje Baroch-Gondoin, zijn eerder schapen geweest van een bedrijf uit het Verenigd Koninkrijk, waar mond- en klauwzeer is vastgesteld.

Van de kalveren zijn er 75 afgeleverd in Oene (Gelderland), 75 in Sprang-Capelle (Noord-Brabant) en 80 bij een bedrijf in Beesd (Gelderland). Dat heeft de Nederlandse minister van landbouw, Laurens Brinkhorst, donderdag bekendgemaakt.

Sprang-Capelle stond met Maren-Kessel, Herpen (beide ook in Noord-Brabant) en Oosterwolde (Gelderland) al op het lijstje met verdachte bedrijven. Daar is nu ook Beesd aan toegevoegd. De drie officële haarden bevinden zich in Welsum en Fortmond (deelgemeenten van Olst in Overijssel) en Oene (Gelderland).

Op het "verdachte" bedrijf in Sprang-Capelle zijn zichtbare verschijnselen van mond- en klauwzeer vastgesteld. Zowel dit bedrijf als het bedrijf in Beesd worden donderdag nog opgeruimd. In een straal van 1 kilometer wordt al het vee preventief afgemaakt.

Het Nederlandse landbouwministerie beklaagt er zich over dat Frankrijk pas woensdag een fax heeft gestuurd dat de Ierse kalveren van 23 op 24 februari een tussenstop hebben gemaakt in Baroch-Gondoin.

Opmerkelijk is dat de kalveren op het bedrijf in Oene geen zichtbare verschijnselen vertoonden van mond- en klauwzeer. Geiten hadden die symptomen wel.

Vrijdag wordt door het Permanent Veterinair Comite van de Europese Unie besloten of Nederland ringvaccinatie mag toepassen als de destructiecapaciteit tekort schiet. Op dit moment worden in Nederland nog geen noodvaccinaties gegeven.

Het Permanent Veterinair Comite bespreekt ook of de Nederlandse dierentuinen hun MKZ-gevoelige dieren (zoals olifanten, tapirs, stekelvarkens) mogen inenten. De Nederlandse landbouwminister Brinkhorst is daar voorstander van omdat die dieren niet voor consumptie gehouden worden.