"Zou mijn eieren niet laten staan"

Het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (Coda) heeft dinsdag voor particuliere kippenhouders enkele aanbevelingen geformuleerd om het aantal dioxines in eieren te beperken. "De belangrijkste bron voor de vervuiling met dioxines en lood is de bodem", zegt Ludwig De Temmerman van het Coda. "Dioxines zitten niet van nature in de bodem, maar komen vrij door verbranding en blijven zitten in de bovenlaag van de bodem", voegt hij eraan toe.

"Bij kippen uit legbatterijen of bij scharrelkippen van professionele houders stelt het probleem zich veel minder, aangezien professionele kippenhouders een lastenboek hebben en gebonden zijn aan regels", aldus nog De Temmerman. Bij particulieren zijn de omstandigheden vaak slechter. Het Coda raadt particulieren daarom aan voor voldoende gras te zorgen of dat regelmatig te maaien, zodat het in goede conditie blijft. Belangrijk is ook dat de kippen niet gevoederd worden in de weide, maar in een voederbakje in een hok.

"Zo vermijd je dat kippen het gras wegkrabben om hun eten te zoeken en zo bodemdeeltjes pikken". Verder moet vermeden worden om de kippen buiten drinkwater te geven, omdat dat voor modder zorgt. Het allerbelangrijkst ten slotte is dat particulieren geen vuur gaan maken op of rond de kippenweide, wat sowieso verboden is. Vooral verbranding bij lage temperaturen zorgt volgens De Temmerman immers voor een massa dioxines.

Het Voedselagentschap waarschuwde reeds in 2002 voor dioxines in scharrelkipeieren en relativeert de vervuiling in eieren van scharrelkippen uit de eigen tuin. "Ik zou mijn eieren niet laten staan, maar anderzijds zou ik ook niet elke dag eieren eten. Niet alleen door de hoge concentratie dioxine, maar omdat het niet gevarieerd is", zegt kersvers woordvoerster Lieve Busschots.(KS)