WTO roept Colombia op matje om onterechte dumpingheffing diepvriesfriet
nieuwsDe Europese Commissie heeft een verzoek tot naleving ingediend bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO) met betrekking tot Colombiaanse antidumpingheffingen op Belgische, Duitse en Nederlandse diepvriesfrieten. De Commissie vindt deze heffingen discriminerend. In december 2022 besliste de WTO dat Colombia deze heffingen moest herbekijken. Dat is vooralsnog niet gebeurd, stelt de EU. Daarom vraagt ze nu om overleg.
Vooraf
Antidumpingrechten zijn heffingen die een land kan invoeren, bovenop reguliere douanerechten, om de eigen thuismarkt te beschermen. Er is sprake van dumping wanneer een product wordt uitgevoerd tegen een prijs die lager ligt dan de normale waarde. Wat de ‘normale waarde’ is, kan onder meer worden bepaald volgens de binnenlandse prijs of de productiekosten. Deze dumpingrechten moeten voorkomen dat een land de economie van een ander schaadt door de markt te overspoelen met absurd goedkope, soms bewust verlieslatend geproduceerde producten.
Colombia voerde in 2018 invoerheffingen in op Europese frieten. Het Zuid-Amerikaanse land beschuldigde Nederland, België en Duitsland van het dumpen van goedkope frieten op de interne markt. Dit zou ten koste gaan van de Colombiaanse aardappelverwerkers. De Europese landen kaartten dit aan bij de Wereldhandsorganisatie (WTO) en kregen gelijk, ook na een arbitragezaak die Colombia had aangespannen.
Industriebescherming
Belgische aardappelen zijn in Zuid-Amerika erg goedkoop, zelfs rekening houdend met de transportkosten. Maar volgens Christophe Vermeulen van de Belgische aardappelfederatie Belgapom is er van dumping geen sprake. “Onze sector werkt bijzonder kostenefficiënt. We hebben een kwalitatief, hoogstaand product voor een relatief lage prijs.”
Belgapom is dan ook tevreden dat Europa actie onderneemt. “Latijns-Amerika is een belangrijke markt voor de Belgische aardappelindustrie”, zegt hij. “Ik vind het een heel goede zaak dat de EU het voortouw neemt om onze industrie te beschermen. We zien duidelijk resultaat van het overleg tussen de Europese Commissie en de industrie.”
De betrokken partijen moeten binnen 15 dagen na het verzoek overleg plegen. Na het verstrijken van deze periode, kan de EU eisen dat de WTO een nalevingspanel opstelt om het geschil te beslechten.
Miljoenenkwestie
Voor de Belgische, Duitse en Nederlandse aardappelindustrie staat er veel op het spel. In 2016, wanneer er nog geen sprake was van deze dumpingheffingen, hebben deze landen voor 23 miljoen euro diepvriesfrieten uitgevoerd naar Colombia. In november 2018 stelde Colombia antidumpingrechten in, gaande van 3 procent tot 8 procent heffing op bevroren frieten uit België, Duitsland en Nederland. 85 procent van de uitvoer van bevroren frieten uit de EU naar Colombia werd hierdoor getroffen, goed voor een exportwaarde van 19,3 miljoen euro.
De Commissie merkt dat niet elke producent door de Colombianen gelijk behandeld wordt. Waar bepaalde producenten gebukt gaan onder deze hevige antidumpingrechten, mogen andere EU-exporteurs hun producten leveren aan een voordelig tarief. Duitsland besloot het op te geven en exporteert al sinds 2022 geen diepvriesfrieten meer naar Colombia.
Geen unicum
Het is niet de eerste keer dat de WTO moet ingrijpen bij disputen van deze aard. Zo gelden er in de VS zware antidumpingheffingen op Spaanse olijven. De WTO oordeelde al in 2021 dat deze heffingen onterecht zijn ingesteld, maar de VS weigert om deze uitspraak te volgen. Ook hiertegen heeft de EU een klacht ingediend wegens niet-naleving. In februari dit jaar heeft de WTO Europa hierin gelijk gegeven.
Welk effect de inmenging van de WTO zal hebben op de export van diepvriesfrieten, blijft afwachten tot na het overleg.
Bron: Eigen berichtgeving
