Colombia wil invoerheffing op Europese frieten handhaven

Colombia gaat in hoger beroep tegen de uitspraak van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) over het opheffen van invoerheffingen op bevroren frieten uit Nederland, België en Duitsland. Om de interne markt te beschermen voerde Colombia in 2018 een invoerheffing van 8 procent in op frieten. "Het is daarmee het zoveelste land dat ook Belgische frieten wil weren, maar steeds werden deze landen op de vingers getikt", vertelt Christophe Vermeulen, CEO van Belgapom. Vermeulen laat ook zijn licht schijnen op de uitdagingen die de stijgende energieprijzen en droogte met zich meebrengen in de Belgische industrie.

13 oktober 2022  – Laatst bijgewerkt om 14 oktober 2022 9:50
Lees meer over:
frieten-1280

Colombia voerde in 2018 invoerheffingen in op Europese frieten. Het Zuid-Amerikaanse land beschuldigde Nederland, België en Duitsland van het dumpen van goedkope frieten op de interne markt. Dit zou ten koste gaan van de Colombiaanse aardappelverwerkers. De Europese landen kaartten dit aan bij de Wereldhandsorganisatie (WTO). Deze stelde de eisers maandag in het gelijk en eist dat Colombia de invoerheffingen beëindigt.

In reactie hierop kondigde Colombia aan een arbitragezaak op te starten om de beslissing van de WTO aan te vechten. De beslissing in deze arbitragezaak kan binnen acht weken volgen en die is definitief, vertelt Christophe Vermeulen, CEO van de beroepsvereniging van de Belgische aardappelhandel en -verwerking. Hij heeft er alle vertrouwen in dat importheffingen als illegaal bestempeld worden en wijst naar voorvallen in het verleden. “Eerder hebben landen als Zuid-Afrika, Brazilië, Australië en Nieuw-Zeeland ook al geprobeerd om invoerrechten op frieten te heffen, maar ze werden steeds teruggefloten door de WTO.”

In het verleden hebben landen als Zuid-Afrika, Brazilië, Australië en Nieuw-Zeeland ook geprobeerd om invoerheffingen op frieten te heffen, maar ze werden steeds teruggefloten door de WTO.

Christophe Vermeulen - CEO van Belgapom

Volgens de Belgapom-topman hebben de vermeende lage prijzen niets met dumping te maken, maar alles met productie-efficiëntie van de aardappelverwerkers in Europa en dan in het bijzonder in België, Nederland en Duitsland. “Hier zijn alle voorwaarden aanwezig die essentieel zijn voor het productieproces van aardappelproducten. We kennen uiterst vruchtbare gronden met hoge aardappelopbrengsten en daarnaast staat de verwerkingsindustrie hier op punt. Daardoor kunnen zelfs landen als de Verenigde Staten moeilijk met ons concurreren.”

Hoge energiekosten en concurrentie van andere teelten

Vermeulen moet erkennen dat beide condities ietwat onder druk staan, maar volgens hem heeft de aardappelindustrie alle troeven in huis om de sterke groei van de voorbije jaren voort te zetten. Hij doelt daarbij onder andere op de aardappelproductie die door de droogte niet fantastisch is, “maar ook niet zorgwekkend met gemiddeld 36 ton.” Daarbij kan er gewezen worden op gestegen concurrentie van andere teelten. Zo kan bijvoorbeeld tarwe een alternatief zijn. Gezien de rentabiliteit van de aardappelteelt van de afgelopen jaren verwacht hij echter geen grote achteruitgang van het areaal. Dit jaar werd zo’n 90.000 hectare gepoot, op een potentieel areaal van 100.000.

Een ander aandachtspunt zijn de gestegen energiekosten. Verwerking tot frieten en andere producten is een behoorlijk energie-intensief proces. Hierdoor hebben de bedrijven in België een concurrentienadeel ten opzichte van bijvoorbeeld verwerkers in andere landen, waar de gasprijs tien keer lager ligt. “Toch kunnen de aardappelverwerkers zich met de nodige creativiteit behoorlijk staande houden en we gaan er ook niet vanuit dat deze situatie blijvend is”, besluit Vermeulen.

Bron: Eigen berichtgeving - Nieuwe Oogst

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek