Welke invloed heeft bemestingsverbod op natuurwaarde?
nieuwsEen bestemmingsverandering van landbouwgrond naar kwetsbaar gebied natuur gaat gepaard met zo goed als een bemestingsverbod. Vlaams parlementslid Tine Eerlingen (N-VA) wou van minister van Leefmilieu Joke Schauvliege weten in hoeverre dit bijdraagt aan de natuur- en milieukwaliteit. De bemestingsbeperking, en de uitzonderingen daarop, maakt deel uit van een evaluatie van het Mestdecreet, zo blijkt.
Met het oog op het behoud en de versterking van de natuurwaarden legt het Mestdecreet bemestingsbeperkingen op voor percelen voor landbouwgebruik die in kwetsbaar gebied natuur liggen. Enkel uitscheiding als gevolg van de begrazing door twee grootvee-eenheden per hectare wordt toegelaten.
“Landbouwpercelen die huiskavels, intensief grasland of akkers zijn, krijgen een ontheffing op deze verminderde bemesting”, zegt minister Schauvliege. “Dat wil zeggen dat op deze percelen de gewone bemestingsnormen gelden en er via derogatie eventueel ook een verhoogde bemesting op kan worden toegepast.” Deze ontheffingsmogelijkheden kunnen worden overgedragen naar een volgende generatie zodat deze percelen nog voor enkele decennia in landbouwgebruik kunnen worden gehouden. Bij verkoop vallen deze percelen wel onder de verminderde bemestingsnorm van twee grootvee-eenheden per hectare per jaar.
Volgens het Natuurrapport 2007 wordt in 52 procent van het kwetsbare gebied natuur de algemene bemestingsnormen toegepast. “Vooral in versnipperde gebieden die in hun geheel wel een planologisch groene bestemming hebben, maar waarvan het landgebruik dit niet altijd weerspiegelt, bemoeilijkt de uitzondering voorzien in het Mestdecreet een globale verbetering van de natuurwaarden”, geeft Schauvliege toe. “Daarnaast bestaat eveneens het risico, net omwille van de mogelijkheid tot ontheffing, dat landbouwers de aanwezige natuurwaarden niet behouden om te kunnen genieten van de ontheffing.”
Anderzijds stelt de minister vast dat in recente ruimtelijke uitvoeringsplannen, waarbij landbouwgrond wordt omgezet in natuur, meer dan de helft van de graslandpercelen waardevol zijn hoewel er algemene bemestingsnormen van toepassing waren. “Dit wijst erop dat er nog andere elementen dan bemesting van belang zijn bij het behoud van natuurwaarden”, meent Schauvliege. “Op basis van deze vaststellingen moeten we verder evalueren of het niet efficiënter is om andere instrumenten dan het Mestdecreet in te zetten om de natuurwaarden te realiseren of te verhogen in deze kwetsbare gebieden natuur.”
De toepassing van uitzonderingen op de verminderde bemestingsdruk impliceert dat de fosfaat- en stikstofinput hoog blijft. Daardoor wordt de finaal beoogde realisatie van de natuurfunctie bemoeilijkt. “De Vlaamse Landmaatschappij werkt momenteel aan een evaluatie van het Mestdecreet. De problematiek van artikel 41bis wordt daarin mee onderzocht”, aldus Schauvliege.
Beeld: Marc van Laecke