Welke financiële last kan familiaal bedrijf nog dragen?

Vleesvarkensbedrijven vragen grote, uniforme loten biggen afkomstig van één bedrijf, maar onze zeugenhouderij kan daar niet altijd aan voldoen. "Het biggentekort in Vlaanderen dreigt nog toe te nemen tegen 2013 wanneer Europa de groepshuisvesting van zeugen verplicht", waarschuwt Boerenbond, "want de vraag is welke financiële last een familiaal bedrijf nog kan dragen."

Met de groepshuisvesting van zeugen in het verschiet, is het volgens Boerenbond maar de vraag of er voldoende varkenshouders bereid worden gevonden om deze investeringen te doen. "Banken vragen steeds meer eigen kapitaal en waarborgen, de investeringssteun via het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) is teruggebracht van 40 naar 28 procent en de bouw van een stal voor minstens 500 zeugen vraagt een relatief grote investering met een laag rendement en veel risico's", schetst Boerenbond.

De hoge investeringslast waar starters tegen aankijken, is volgens de landbouworganisatie een probleem in alle sectoren. "Steeds minder jonge mensen kunnen die financiële last aan", beweert Boerenbond, "zodat alle betrokkenen zich moeten buigen over de vraag hoe zwaar die last kan zijn om door een familiaal bedrijf gedragen te kunnen worden." De boekhouding van Boerenbond maakt duidelijk dat het niet altijd de grootste bedrijven zijn die het rendabelst zijn, "wat de commerciële voorlichters ook mogen beweren".

Wat de moeilijke investeringen in zeugenhouderij betreft, acht Dirk Van Thielen, directeur van AVEVE Veevoeding, een dubbele evolutie mogelijk. "Of er komen meer gesloten bedrijven - wat de beste keuze is - en/of er komen grotere zeugenhouderijen", aldus Van Thielen. Investeringen in zeugenbedrijven lopen niet van een leien dakje zodat AVEVE met een milieu-effectenrapport startte voor de bouw van een zeugenstal in Poppel. De bouw ervan wordt niet beslist voor 2012 en de voorkeur gaat sowieso uit naar investeringen door de varkenshouders zelf.