Waarom je niet overal koeien in de wei ziet
duidingGrazende koeien horen bij het Vlaamse platteland als knotwilgen en kerkklokken. Toch blijft het gras op veel weides ongemoeid, ook op mooie lentedagen. Dat roept vragen op, zeker voor wie opgegroeid is met het klassieke plattelandsbeeld. Waarom zie je niet overal koeien in de weide?
Wie door het platteland wandelt, merkt het al eens op: niet elke weide telt koeien. Maar een lege wei betekent niet dat ze nooit buitenkomen. Omdat melkkoeien meerdere keren per dag gemolken worden, vraagt beweiding de nodige organisatie. “Hoe een veehouder dat aanpakt, kiest hij zelf”, duidt ILVO-onderzoeker Leen Vandaele. “Sommigen laten hun dieren bijvoorbeeld alleen ’s ochtends buiten en halen ze na de middag weer binnen. Dat is niet alleen handig voor het melken, maar ook een bewuste keuze op warme dagen om hittestress te vermijden. De ideale temperatuur voor een koe ligt rond de 15 graden. Koeien voelen zich dan vaak beter in de stal, waar ventilatoren voor extra verkoeling kunnen zorgen. Soms gaan ze daarom zelfs alleen ’s nachts de wei op.”
Rotatie van perceel
Er zijn ook verschillende manieren waarop aan beweiding gedaan kan worden, waardoor er niet altijd een koe in de weide gezien wordt. Zo kan de veehouder ervoor opteren om de koeien dagelijks of om de paar dagen een nieuw stuk perceel aan te bieden. Daarbij wordt het perceel opgedeeld in kleinere delen, die volgens een vast ritme worden afgewisseld, afhankelijk van de grasgroei. Een andere methode is stripbegrazing: binnen één perceel wordt dan met een verplaatsbare afrastering telkens een nieuwe strook gras vrijgegeven.
Heeft een landbouwer een ruim perceel en een beperkte kudde, dan kunnen de dieren grazen op de volledige weide. Deze beweidingsvorm komt vooral voor bij jongvee of vleesvee, dat niet dagelijks naar de stal moet. Anders dan melkvee kunnen deze koeien wel vaak doorlopend gezien worden op de weides. Zij kunnen weken of zelfs maanden buiten doorbrengen.
Doordachte planning en knowhow vereist
Ook al oogt beweiden als een zorgeloos tafereel, in de praktijk komt er wel wat bij kijken. “Beweiding bij melkvee is geen beslissing die men zomaar neemt. Naast een doordachte planning, vraagt het ook heel wat knowhow rond grasland- en rantsoenbeheer en moet het aansluiten bij de algemene werking van het bedrijf”, aldus Vandaele. Schommelingen in het rantsoen is een belangrijke reden waarom veehouders niet beweiden. “De kwaliteit van gras hangt sterk af van het weer, waardoor het rantsoen en de melkgift moeilijk constant te houden is. Door het grasland goed te beheren, kan je dat deels bijsturen, maar schommelingen zijn onvermijdbaar”, vertelt Vandaele.
Omdat koeien meerdere keren per dag naar de stal geleid moeten worden, nemen afstanden en de benodigde tijd al snel toe
Beperkte ruimte, grote impact
Behalve de schommelende melkgift is het gebrek aan weides in de buurt een hoofdreden waarom veehouders hun koeien op stal houden. “Vlaamse melkveehouders hebben vaak een te kleine huiskavel in verhouding met het aantal koeien. Beschikbare weides voor de koeien liggen dan meestal iets verderop. Omdat koeien meerdere keren per dag heen en weer naar de stal geleid moeten worden, nemen zowel de afstanden als de benodigde tijd al snel toe”, legt Vandaele uit.
“Sommige melkrobots kunnen werken met een automatische weidepoort die koeien na hun passage door de robot richting de weide stuurt”, geeft Vandaele nog mee. “Een tijdswinst voor de boeren als de weide vlak bij de stal ligt, maar minder praktisch als ze verderaf ligt. Ook al kunnen koeien de afstand zelfstandig afleggen via een afgebakende loopgang, een lange afstand tussen melkrobot en weide ontmoedigt hen om terug te keren voor een volgende melkbeurt.”
Dure percelen
Melkveehouders die hun koeien laten weiden, krijgen hiervoor een extra premie per liter melk. De hoogte van deze premie varieert per zuivelverwerker. Bij Milcobel ontvangt een melkveehouder 0,25 euro per 100 liter extra, bij Royal A-Aware is dit 1 euro en bij Friesland-Campina loopt dit zelfs op tot 1,34 euro. De Nederlandse ‘Stichting Weidegang’ bepaalt aan welke voorwaarden melkveehouders moeten voldoen om officieel te kunnen spreken over weidemelk. Zo moeten de koeien minstens 120 dagen per jaar, minimaal 6 uur per dag in de weide lopen van het voorjaar tot in het najaar. Om het grasaanbod te garanderen mogen er niet meer dan tien koeien per hectare staan.
Uit een enquête van 2022 bij 127 melkveehouders blijkt dat de beweiders ongeveer acht melkkoeien per hectare huiskavel hebben, terwijl dit aantal voor de niet-beweiders 15 bedraagt. Die grote kloof illustreert waarom beweiding niet voor elk bedrijf haalbaar is. “Aan een gemiddelde grondprijs van 68.934 euro per hectare betekent extra kavels een serieuze investering.” Dit is de gemiddelde prijs van landbouwgrond, waar zowel grasland als akkerland in opgenomen is.
Vertraging weidegang door vaccinatie
De weidegang van jongvee en vleesvee loopt dit jaar uitzonderlijk vertraging op, door de verplichte vaccinaties tegen onder meer blauwtong en EHDV. “Sommige vaccins laten lang op zich wachten. Dierenartsen doen hun uiterste best om eerst de veehouders te helpen die hun dieren willen buitenzetten, maar de leveringen blijven uit”, zegt Jan Halewyck, landbouwconsulent bij Boerenbond. “Boeren wachten met het uitsturen van dieren naar afgelegen percelen, omdat ze die anders weer moeten ophalen om in de stal te vaccineren. Daarnaast zijn niet-gevaccineerde dieren vatbaarder voor infecties, zeker op de weide. Vorig jaar kregen de weidedieren het zwaarst te lijden onder blauwtong. Veel veehouders wachten daarom bewust nog drie weken na de laatste prik, zodat de bescherming zeker optimaal is.”

Zijn dieren in de extensieve veehouderij gelukkigere dieren?
26 februari 2021Tevredenheidsenquêtes bij koeien
Of het geluk van een koe samenhangt met grazen in de buitenlucht is lastig wetenschappelijk vast te stellen, tevredenheidsenquêtes invullen kunnen ze helaas niet. “Je kan wel enkele parameters opvolgen, maar die vertellen niet het volledige verhaal. Elke koe, kudde en bedrijf is anders”, geeft Vandaele mee.
“Op een weide kan de koe alvast wel meer natuurlijk gedrag vertonen”, duidt ze. “Sommige studies tonen ook een betere klauwgezondheid bij beweiding. Al moet je bij zulke onderzoeken altijd rekening houden met de kwaliteit van de stal waarin de koeien verblijven. Vlaanderen heeft op dat vlak al stappen gezet, in de huidige stallen is er veel comfort."
Vlaanderen houdt geen cijfers bij
Officiële recente cijfers over het aantal Vlaamse veehouders die hun koeien op de weide zetten, zijn er niet. De eerder vermelde enquête biedt interessante inzichten, maar geeft geen volledig beeld van de situatie in Vlaanderen. Het gaat om een vrijwillige online bevraging, ingevuld door 127 melkveebedrijven in 2022. Volgens die enquête laat 75 procent van de bedrijven zijn melkgevende koeien buiten lopen. Uit eerder uitgevoerde enquêtes betekent dit een stijging van 15 procent ten opzichte van 2016, maar een daling van negen procent ten opzichte van 2014.
De enquêtes wijzen in de richting van een afname in beweiding de voorbije decennia. Toch bieden ze geen objectief totaalbeeld van de beweiding in Vlaanderen. Eerst en vooral is het aantal respondenten beperkt, worden vleesveehouders niet bevraagd en worden dergelijke enquêtes doorgaans minder ingevuld door boeren die hun melkvee permanent op stal houden.
Evolutie in de toekomst
Beweiding geldt als PAS-techniek om ammoniakemissies te verlagen. Omdat ook melkveehouders hun uitstoot moeten verminderen, zou dit een extra stimulans kunnen zijn om meer te beweiden. Toch verwacht Vandaele, gezien de eerder genoemde uitdagingen rond kavels en graslandbeheer, niet dat beweiding hierdoor massaal aan populariteit zal winnen.
“Wel heb ik de indruk dat er vandaag opnieuw iets meer interesse in beweiding is dan tien jaar geleden”, merkt Vandaele op. “Dat sluit aan bij de bredere trend richting agro-ecologisch denken, waarin beweiding goed past. Recent onderzoek toonde bovendien aan dat zes uur grazen per dag de methaanuitstoot verlaagt. Als veehouders dat in de toekomst zouden kunnen valoriseren, zou beweiding een boost kunnen krijgen.”
