Voorlopig weinig enthousiasme voor varkensopkoopregeling

De interesse in de varkensstoppersregeling lijkt tegen te vallen. VLM ontving tot dusver nog maar 18 aanvragen terwijl ze ruim 900 bedrijven aanschreef. Omdat de inschrijvingstermijn nog loopt tot 17 mei, wil de overheidsinstelling nog geen conclusies trekken. Binnen de sector is te horen dat varkensboeren door een aantal factoren inderdaad niet staan te springen om hun varkensactiviteiten neer te leggen. Instappen zet ook voor gemengde bedrijven een plafond op andere veeteeltactiviteiten, terwijl de pure varkenshouders meer geld voor hun bedrijf denken te krijgen als iemand anders er dieren op mag houden.

26 april 2023  – Laatst bijgewerkt om 26 april 2023 21:59
Lees meer over:

Drie weken nadat de inschrijvingstermijn voor de varkensstoppersregeling is gestart, lijkt de interesse lauw. De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) ontving tot dusver 18 dossiers waarvan 8 uit Limburg, 6 uit West-Vlaanderen en 4 uit Antwerpen, laat ze weten aan VILT. “De inschrijving loopt nog tot 17 mei. Tot dan willen we nog geen conclusies verbinden aan het aantal aanvragen”, aldus de woordvoerder. Hierbij kan er onder andere gewezen worden op het feit dat het verzamelen van de benodigde documenten behoorlijk tijdrovend is.

Landbouwadviesbureaus, die bemiddelen in de aanvragen voor de stoppersregeling, zien een matige interesse onder hun klanten. DLV heeft wel nog een aantal aanvragen in de pijplijn zitten. “Maar het wordt zeker geen stormloop”, vertelt gedelegeerd bestuurder Carl De Braeckeleer. “In eerste instantie merkten wij veel interesse bij de bedrijven. Maar nadat de details bekend raakten, haakten veel bedrijven af en besloten ze om niet in te stappen.”

Aantal drempels

De adviseur ziet halverwege de inschrijvingsprocedure een aantal belangrijke drempels, zoals een betere conjunctuur in de varkenshouderij. “Verder liggen ook de vergoedingen voor oudere stallen op een zeer laag niveau.” Ook het feit dat de veehouder zijn ammoniakuitstoot plafonneert, werkt demotiverend. “Als je instapt in de regeling, mag je ook eventuele andere veeteeltactiviteiten op je bedrijf niet verder uitbreiden”, vervolgt De Braeckeleer, die gemengde bedrijven dan ook afraadt om van de regeling gebruik te maken. “De vergoeding klinkt interessant, maar boeren moet zeer goed kijken naar de gevolgen en voor zichzelf de rekening maken”, vervolgt hij.

Sommige varkenshouders volgen het advies nauwgezet op en doen zelfs een prijsvergelijking. Dat merkt ook Danny De Pauw van makelaarskantoor Agro Vastgoed, gespecialiseerd in agrarisch vastgoed. “Sinds de bekendmaking van de stoppersregeling hebben wij zo’n 20 procent meer taxatieaanvragen van varkensbedrijven”, vertelt hij. “Bedrijven die moeilijk verkoopbaar zijn, adviseren wij om in te stappen in de regeling.”

Veel bedrijven, vooral degene met een relatief beperkte impactscore, denken dat de verkoopwaarde hoger ligt als de veeteeltactiviteiten mogen blijven doorgaan. “Mijn buurman, een pluimveehouder, is mogelijk geïnteresseerd in mijn bedrijf en de gronden om zijn activiteiten uit te breiden", vertelt een varkenshouder. "Maar als ik instap in de stoppersregeling mag hier geen veeteelt meer plaatsvinden. De vergoeding staat niet in verhouding tot de potentiële verkoopwaarde.” Hierbij kan ook het toekomstige potentieel van extern salderen (waarbij de uitstootrechten van een stoppend landbouwbedrijf gedeeltelijk kunnen overgenomen worden door boeren uit de omgeving, red.), zoals opgenomen in de stikstofplannen, meespelen.

Annelies Wanzele_varkenshouder (12)

Stempel op bedrijf en ondernemer

Ook SBB Accountants & Adviseurs ziet onder zijn klanten een povere interesse in de uitkoopregeling. Naast de goede prijzen en de beperking om op een bestaand bedrijf andere veeteeltactiviteiten te ontwikkelen, wijst milieuadviseur Lotte Van Looveren op de onmogelijkheid voor stoppers om op andere locaties varkens te houden. “Je zet niet alleen een stempel op je bestaande exploitatie, maar ook op jezelf als boer. Dat is vooral voor jonge ondernemers een grote barrière.” Ook is volgens Van Looveren de onduidelijkheid met betrekking tot de bedrijfswoning een aandachtspunt voor varkenshouders.

Na intekening wordt een bedrijfswoning immers zonevreemd en de regels schrijven voor dat in de zonevreemde woning alleen nog de boer en zijn zoon of dochter na hem mogen wonen. “Maar ik kan mijn kinderen toch niet dwingen om in ons huis te wonen”, vertelde een Limburgse varkenshouder eerder aan VILT. “Mijn woning is niets meer waard als ik inteken op de regeling, terwijl de woning van mijn buren voor meer dan een half miljoen euro verkocht is.”

Of er toch voldoende animo is voor de stoppersregeling, zal pas op 16 mei duidelijk worden. DLV heeft een suggestie hoe de overheid alsnog het geplande budget van 200 miljoen euro kan uitkeren en het stikstofbad kan legen, zoals ook vooropgesteld was met de regeling. “Schrap de impactscore van 0,5 procent. Er zijn genoeg bedrijven met een impactscore van minder dan 0,5 procent die wel van de regeling gebruik zouden willen maken."

Inschrijving vrijwillige stopzettingsregeling voor varkensbedrijven van start
Uitgelicht
De intekenperiode voor de varkenstoppersregeling start op 3 april en loopt tot 17 mei. Na een gunstig advies van de gegevensbeschermingsautoriteiten (GBA) heeft de Vlaamse reg...
1 april 2023 Lees meer

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek