Overvolle mestkelders en onbegaanbare grond: voorjaarswerk loopt gigantische vertraging op

Door de aanhoudende regen hinkt het voorjaarswerk meer dan een maand achterop. Er is nog amper mest uitgereden en ook het zaai- en pootgoed ligt grotendeels nog onaangeroerd in de loodsen. Het hetzelfde scenario als vorig jaar dreigt, alleen staat het waterpeil nu hoger waardoor het veld langer onbegaanbaar is. Boerenorganisaties hebben al om een verruiming van de mestuitrijregels gevraagd. VILT deed een belrondje langs mestverwerkers, loonwerkers, boeren en proefcentra om de impact op verschillende teelten te achterhalen.

23 april 2024 Jerom Rozendaal

"Het natte en koude voorjaar veroorzaakt hier en daar nervositeit bij de landbouwers, zeker met de koude en de neerslag die deze week weer voorspeld wordt.” Dat zegt Pieter Van Oost, adviseur plantaardige productie bij Boerenbond. Alhoewel de bodem in Oost- en West-Vlaanderen er slechter bij ligt dan in Vlaams-Brabant, Limburg en de Kempen loopt het voorjaarswerk overal in Vlaanderen enorm achter. Het was eerder deze week al aanleiding voor de landbouworganisatie om te pleiten voor een verruiming van de uitrijregels tot na zonsondergang en de ook op feestdagen.

Mestverwerkers overwegen bijkomende opslag

Luc Vansteelant van de vereniging van Mestverwerkers sluit zich aan bij dit verzoek. Hij stelt dat de mestverwerkers op verminderde capaciteit draaien en dit heeft alles met het natte voorjaar te maken. De mestverwerkers hebben problemen met de afzet van effluent, een restproduct uit de mestverwerking dat op landbouwgronden gebruikt wordt als kaliumbron. “Sinds de start van het bemestingsseizoen is er een beperkte hoeveelheid effluent uitgereden, maar deze capaciteit is meteen weer opgevuld met nieuwe aanvoer. Over het algemeen is het land te nat om met grote mestwagens het effluent uit te rijden.”

Vansteelant geeft aan dat sommige verwerkers onderzoeken hoe zij op termijn extra opslagcapaciteit kunnen creëren om zo verder mest te kunnen ontvangen. “Effluent mag in bassins opgeslagen worden en deze zouden bij verwerkers of bij grote mestleveranciers relatief eenvoudig opgezet kunnen worden”, stelt hij.

Het is volgens hem de vraag of de verwerkers hun effluent dit jaar überhaupt kunnen afzetten. "Het standaard bemestingsseizoen in Vlaanderen loopt in de praktijk vanaf begin maart waardoor we nu minstens een maand achterlopen. Als de weersomstandigheden binnenkort verbeteren, komt al het werk samen en komen de loonwerkers in de problemen met hun planning. We lopen daardoor het risico dat akkerbouwers meer voor kunstmest kiezen en wij het effluent niet allemaal kwijtraken dit voorjaar."

Als de weersomstandigheden binnenkort verbeteren, komt al het werk samen en komen de loonwerkers in het nauw met hun planning. We lopen daardoor het risico wij het effluent niet allemaal kwijtraken

Luc Vansteelant - vereniging van Mestverwerkers

Kunstmestproducenten zien tot 10 procent meer vraag

“Door de natte omstandigheden is er nog weinig dierlijke mest en effluent uitgereden op de akkers”, vertelt Pieter Van Oost van Boerbond. Om vroege teelten toch te kunnen bemesten hebben telers volgens hem meer dan in andere jaren een beroep gedaan op kunstmest. Voor de toediening van kunstmest worden immers veel minder zware machines ingezet en is de kans op structuurschade van de grond kleiner.

Peter Jaeken van BelFertil, de Belgisch-Luxemburgse vereniging van de minerale meststoffenproducenten, beaamt dat de verkoop van kunstmest iets hoger ligt dan in normale jaren door het natte voorjaar. Na navraag bij de leden schat hij de meerverkoop van kunstmest dit voorjaar op 5 tot 10 procent. “Dat is iets dat we steeds terugzien als de akkers er nat bij liggen. De verwachting is dat de extra vraag binnenkort wel afzwakt, want de mestkelders zitten vol en boeren moeten van hun mest af."

Nog maar een derde van de bieten ingezaaid

Ook in de bieten resulteert het natte voorjaar in vertraging. “Normaal gezien zou nu al alles gezaaid kunnen zijn, maar door het natte weer zitten we nog maar op een derde van ons areaal”, vertelt Erwin Boonen, directeur grondstoffen bij Tiense Suiker. “Hoe verder naar het westen hoe minder bieten er zijn ingezaaid.”

Ondanks de aanhoudende regen maakt hij zich juist al zorgen over komende droogte. “In mei heb je vaak grotere periodes van droogte. Grotere planten kunnen daar beter tegen. Het is daarom wenselijk om zo vroeg mogelijk in te zaaien.” Kleinere planten lijden niet alleen zwaarder onder de droogte, ook lopen zij een verhoogd risico op vergelingsziekte. Deze ziekte wordt overgebracht door de bladluis. “Vroeger hadden de bietenzaden een coating die tegen deze bladluis beschermde, maar deze coating is niet langer toegestaan waardoor de bladluizen vrij spel hebben”, aldus Boonen.

Zelfde scenario als vorig jaar dreigt voor aardappelen

Hoe verder naar het westen, hoe minder er gezaaid of geplant wordt. Deze regel gaat ook op voor de aardappelteelt. “Normaal gezien hadden de vroege aardappels allemaal al in de grond moeten zitten, maar we zitten nu hooguit aan 20 tot 30 procent. In het oosten van het land is er iets meer gepoot maar in het westen vaak nog niets”, vertelt Ilse Eeckhout van Viaverde (het voormalige Proefcentrum voor de Aardappelteelt) in Kruishoutem.

De situatie doet denken aan vorig jaar toen de teelt door het natte voorjaar ook een aantal weken achterliep. “Door goede teeltomstandigheden in de zomer hebben we toen alsnog een goed groeiseizoen gehad, maar boeren hebben het rooien uitgesteld en velen hebben toen hinder ondervonden van het natte najaar. Hierdoor is een gedeelte van de aardappelen niet geoogst. Dat risico lopen we ook nu.”

Eén van deze telers is Chris Derycke uit Watou, een deelgemeente van Poperinge in de Westhoek. Door kletsnatte percelen kon hij een derde van zijn aardappelpercelen niet oogsten. “Deze aardappelen zitten nog steeds in de grond en zullen ingewerkt worden als we het land op kunnen”, vertelt hij. Op dit moment is dat niet mogelijk en heeft de akkerbouwer andermaal te maken met veel regen en onbegaanbare percelen. “We hebben nog geen voorjaarswerken kunnen uitvoeren en vooral het vlas en de uien moeten dringend gezaaid worden.”

Voor de aardappelen (Derycke heeft late aardappelen, red.) heeft hij nog geen schrik. “Deze kunnen ook in de loop van mei nog wel gepoot worden.” Volgens Eeckhout kwam het vroeger regelmatig voor dat aardappelen in mei pas gepoot werden. Er is volgens haar dan ook zeker nog geen reden tot paniek. ”Alles hangt af van de zomer. Als er voldoende regen valt, kunnen de opbrengsten alsnog meevallen en is er niets aan de hand.”

Pootgoedkwaliteit

Door het verlate seizoen loopt ook de kwaliteit van het pootgoed achteruit. Van Oost constateert dat het plantgoed op bedrijven begint te groeien voordat het in de grond zit. Dat speelt ook in de aardappelen waar het pootgoed in sommige gevallen begint te ontkiemen in de loods. “Dat pootgoed wordt binnenkort “omgestort” waardoor de kiem van de aardappel valt. Daardoor moet de aardappel energie steken in het vormen van nieuwe kiemen. Deze energie gaat ten koste van de opbrengst”, vertelt Eeckhout.

Bart Ryckaert, voorzitter van de vereniging van Vlaamse Pootgoedtelers, constateert ook in de koelcellen problemen met het pootgoed. “We merken bij de bewaring van pootaardappelen in de ethyleencellen dat het product nu zeer onrustig wordt.” Hij ziet daarnaast uitstel van bestellingen van pootgoed omdat telers het veld niet op kunnen. Hij wijst erop dat een logistieke planning zeer nauw kijkt en de verdere teelt kan beïnvloeden. “Wij adviseren onze klanten om het product minstens zeven dagen van tevoren af te roepen zodat het geen condens meer bevat en kan acclimatiseren. Als het eenmaal uit de koeling is, is het nefast om het terug te plaatsen.“

Ook zijn eigen veldwerkzaamheden lopen vertraging op. “Het later planten geeft naast werkspreiding en een verkort groeiseizoen ook problemen met een verhoogde virusdruk en maakt het verteren van moederknollen en afrijpen van het product op het einde van het seizoen weer moeilijker.”

Groenten: dikke nekken bij uien

In de groenteteelt wachten vooral de uientelers met smacht op goed weer. “Normaal gezien moeten uien zo snel mogelijk gezaaid worden, in ieder geval voor 1 mei zodat ze in het najaar kunnen afrijpen”, vertelt adviseur vollegrondstuinbouw bij Inagro Danny Callens. “In de praktijk kan dit resulteren in dikke nekken bij de uien”, vervolgt hij. “Dat zijn de bladeren aan de bovenkant van de ui. Die drogen slecht in, waardoor ze slechter te bewaren zijn. Callens schat dat niet meer dan 10 procent van het uienareaal ingezaaid is.

Ook voor andere groenten brengt de voorjaarsvertraging risico’s met zich mee, al is dat niet altijd productiederving. Koolgewassen, zoals vroege bloemkool, en ook spinazie worden doorgaans in de tweede helft van april ingezaaid. Callens: “De vertraging schopt bijvoorbeeld de planning van de industriële groenteverwerkers in de war of die van de teler zelf. Als je een teelt bloemkool na bloemkool heb ingepland, wordt het nu al krap."

Voedergewassen: verminderde opbrengst en kwaliteit

In de tweede helft van april wordt traditioneel de eerste snede gras gemaaid. “Door een aantal zonnige dagen aan het begin van deze maand is dat op sommige plaatsen gelukt, maar in de meeste gevallen nog niet”, vertelt Gert Van de Ven, verbonden aan de Hooibeekhoeve en het Landbouwcentrum voor Voedergewassen.

Van de Ven verwacht een slechtere kwaliteit van de eerste snede gras. “Op de percelen waar een eerste snede geoogst wordt, is nauwelijks of niet aan bemesting gedaan waardoor de kwaliteit slecht is.” Sommige weilanden daarentegen hebben lang onder water gestaan waardoor het gras op sommige plekken dood is. "De vraag is hier of deze graslanden nog te herstellen zijn of beter gescheurd worden.”

Het inzaaien van voedermaïs zou binnenkort moeten beginnen, maar door de regen en natte ondergrond kunnen de machines het veld niet op om de grond klaar te leggen

Gert Van de Ven - Landbouwcentrum voor Voedergewassen

“Ook het inzaaien van voedermaïs zou binnenkort moeten beginnen, maar door de regen en natte ondergrond kunnen de machines het veld niet op om de grond klaar te leggen. Wat dat betreft lijkt de situatie op vorig jaar, alleen staat het waterpeil nu hoger en ligt het risico op structuurschade op de loer als boeren te vroeg starten”, stelt Van de Ven.

Deze problemen stellen zich volgens Jan Haveneers, loonwerker in Bree en bestuurslid van Landbouw-Service, de belangenorganisatie van loonwerkers, ook voor de voederbieten. “Normaal zijn half maart de bieten ingezaaid, maar nu zijn we nog niet eens begonnen omdat het land niet begaanbaar is.”

Haveneers, die stelt dat het voorjaarswerk meer dan een maand achterloopt, vertelt verder dat het voor loonwerkers momenteel een hele klus is om hun personeel aan het werk te houden. Economische werkloosheid is volgens hem geen optie. “Je kunt moeilijk mensen naar huis sturen en een maand later, als het landwerk allemaal samenkomt, verwachten dat ze dag en nacht voor je werken.” Ook Landbouw-Service is om deze reden voorstander van een verruiming de regels rondom het mest uitrijden. Een verzoek van de belangenorganisatie vorig jaar om het bemestingsseizoen kort te verlengen, stuitte op een Njet van het kabinet van Demir.

Landbouworganisaties vragen Demir om mestuitrijregels tijdelijk te verruimen
Uitgelicht
De natste lente van de eeuw bezorgt de landbouwers de nodige kopzorgen. De veldwerkzaamheden komen maar niet op gang en van zodra het weer beter wordt, zal het voor landbouwer...
22 april 2024 Lees meer

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek