Voedselagentschap verdedigt aanpak in Limburg

Zo reageert Pascal Houbaert, woordvoerder van het Voedselagentschap, op de brief van 12 Limburgse burgemeesters uit het toezichtsgebied. "In Limburg waren de wind en de nabijheid van Nederlandse haarden redenen om de beslissing te nemen tot het ruimen in een straal van 10 kilometer rond besmette haarden", aldus Houbaert.

Plaatselijke mandatarissen hadden dit trouwens ook gesuggereerd, doelend op onder andere CD&V-burgemeester Hubert Brouns van Kinrooi. "Dit is geen systematische maatregel", verduidelijkt Houbaert nog. Het Voedselagentschap heeft altijd gezegd dat eenzelfde beslissing rond de Antwerpse haarden tot de mogelijkheden behoort. En dat blijft zo.

De ontdekking van haarden in de Antwerpse Kempen, heeft het ruimingsplan in Limburg doorkruist, verduidelijkt Houbaert. En neen, het is niet zo dat de Limburgse geplande vernietigingen van pluimveestapels vandaag overbodig zijn. "Je moet immers niet alleen naar de incubatietijd kijken. Het kan best zijn dat het virus dagenlang in de stallen rondwaart vooraleer het dieren besmet".

Houbaert kondigt ook aan dat momenteel binnen het Voedselagentschap een cel 'vergoedingen vogelpest' wordt opgericht, met medewerkers van het Voedselagentschap en de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid. Die cel moet garanderen dat getroffen pluimveehouders hun vergoedingen binnen de 60 dagen zullen krijgen.

Het voornemen om te proberen zoveel mogelijk kippen te slachten in het toezichtsgebied in plaats van ze te vernietigen, is niet bij een intentie gebleven, aldus nog de woordvoerder van het Voedselagentschap. Er werden er totnogtoe al 200.000 braadkippen geslacht en heus niet alle handelaars weigeren ze.

De strenge regeling in verband met het uitrijden van mest zou mogelijk in de komende dagen, ook in de afgebakende gebieden, versoepeld worden, preciseert Houbaert nog.