VN: "Wereld heeft dringend nood aan beter waterbeheer"

De druk op de wereldwijde watervoorraad zal de komende decennia fel stijgen. Als de wereldbevolking met 2 miljard mensen toeneemt, neemt ook het watergebruik in de landbouwsector toe met 19 procent. En de sector neemt vandaag al 70 procent van de totale voorraad zoet water op. Dat blijkt uit een VN-rapport dat maandag wordt voorgesteld op het World Water Forum in Marseille.

Volgens de 4de editie van het Water Development Report van de Verenigde Naties, ‘Managing Water under Uncertainty and Risk’, vormen de sterk stijgende vraag naar voedsel, de snelle urbanisatie en de klimaatverandering samen een bedreiging voor de wereldwijde watervoorraad. Met name landbouw gebruikt momenteel al 70 procent van het beschikbare zoete water om voedsel te produceren. Aangezien de wereldbevolking en daarmee ook de vraag naar voedsel de komende decennia nog zal stijgen, met 70 procent tegen 2050, zal ook het gebruik van water door de sector nog toenemen (+19%).

Terwijl de vraag stijgt, dreigt de aanvoer van water in verschillende gebieden juist af te nemen omwille van de klimaatverandering. Patronen van regenval veranderen immers, waardoor meer gebieden droog vallen. Hierdoor neemt de vraag naar water nóg toe. Zuidoost Azië en het zuiden van Afrika zullen volgens het rapport eerst getroffen worden door droogte en een gebrek aan water, maar ook Zuid- en Midden-Europa zouden tegen 2070 problemen ondervinden. Dit zou zo’n 44 miljoen mensen raken, en de economische kloof tussen arm en rijk vergroten.

Een beter waterbeheer, accurate informatie, efficiëntere landbouw en grote inspanningen om vervuiling tegen te gaan zijn volgens het rapport dan ook hard nodig om de vraag naar water te verkleinen. Voor de landbouwsector worden concreet betere irrigatiesystemen en een omschakeling naar gewassen die minder water vereisen als oplossing voorgesteld.

Het rapport wordt voorgesteld en besproken tijdens het World Water Forum van de Verenigde Naties in Marseille, dat loopt van 12 tot 17 maart.