Vlaanderen zal 50 jaar lang organische koolstof in bodem meten

Het Vlaamse Departement Omgeving zal 50 jaar lang de grootte en de evolutie van de koolstofvoorraden in de bodem meten. Organische koolstof speelt een sleutelrol in de bodemkwaliteit en de klimaatverandering. Het bodemkoolstofmonitoringsmeetnet (Cmon) werd in 2021 al opgestart. Na een eerste werkjaar van voorbereidingen kunnen op ongeveer 2.600 plekken stalen worden afgenomen, zo meldt het Departement Omgeving.

23 september 2022  – Laatst bijgewerkt om 23 september 2022 15:15
Lees meer over:
cmonkoolstofbodemonderzoekstaalname2

Het verhaal van organische koolstof begint bij organisch materiaal, zoals plantenresten, compost en stalmest. Dat organische materiaal wordt door bodemorganismen zoals regenwormen kleiner gemaakt en door bacteriën en schimmels verder afgebroken, legt het Departement Omgeving op zijn website uit. Als het organische materiaal onherkenbaar geworden is, gaat het om organische stof. Die bestaat voor ongeveer de helft uit organische koolstof.

Voor het bodemkoolstofmonitoringsmeetnet worden in bodems met verschillend landgebruik - zoals akkerland, grasland, bossen en tuinen - metingen uitgevoerd tot één meter diepte. Alle plekken, in totaal zo’n 2.600, worden om de tien jaar bemeten. Zo wordt duidelijk hoeveel organische koolstof in de bodem zit, hoeveel koolstof verloren is gegaan of opgeslagen en welke effecten veranderingen in landgebruik hebben op de voorraad koolstof, klinkt het bij het Departement.

Waarom is het belangrijk om te weten hoeveel organische koolstof onze bodems bevatten? Een stabiele bodem met een optimale hoeveelheid organische koolstof werkt als een spons. De bodem vangt water op, biedt weerstand tegen verdichting door zware landbouwmachines en tegen erosie door afstromend regenwater. De bodem kan dus overstromingen en modderstromen verhinderen. Als de aanvoer van organische koolstof minstens even groot is als de afvoer, dan kan de bodem ook helpen om CO2 in de lucht te verwijderen.

cmonkoolstofbodemonderzoekstaalname

Het eerste werkjaar, dat van juli 2021 tot juni 2022 liep, bestond vooral uit voorbereiding: opmaak van protocollen voor de staalname, staalvoorbehandelingen en analysetechnieken en daarnaast harmonisatie en opslag van data, zodat alle resultaten in één databank (namelijk Databank Ondergrond Vlaanderen) komen. Vandaar worden ze verwerkt en ontsloten. Ten slotte werd de Vlaamse Geotheek aangepast, zodat de Cmon bodemstalen voor lange termijn bewaard kunnen worden.

Voor het bodemkoolstofmonitoringsmeetnet werkt het Departement Omgeving samen met het Instituut voor Landbouw- en Voedingsonderzoek (ILVO) en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO).

Meer info vind je in het Bodemkoolstofmonitoringnetwerk Cmon-jaarrapport werkjaar 1 (2021–2022).

Bron: Eigen verslaggeving / Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek