Vlaamse bio-ingenieur vult evolutietheorie Darwin aan
nieuwsOp basis van het DNA-onderzoek op micro-organismen van de laatste vijftig jaar besluiten Verstrepen en Rando dat mutaties niet altijd geheel toevallig gebeuren. Dat vermoedde Darwin al tijdens zijn leven, maar hij kon het niet hard maken. De jonge wetenschappers lanceren in het tijdschrift Cell de hypothese dat wijzigingen in DNA frequenter voorkomen in tijden van nood en in onderdelen van het lichaam waar ze nuttiger zijn.
Volgens hen hebben zich doorheen de evolutie een reeks complexe mechanismen ontwikkeld waardoor sommige genen sneller muteren dan andere. Zo zijn de genen die de vorm van het skelet bepalen bijvoorbeeld veel veranderlijker dan genen die het metabolisme bepalen. Door die intrinsieke veranderlijkheid kan de skeletstructuur van levende wezens zich gemakkelijker aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Het vitale metabolismesysteem daarentegen wordt als het ware afgeschermd van mutaties door een specifieke DNA-code die kopieerfouten voorkomt.
De hypothese van de Belgische wetenschapper gaat in tegen het hedendaagse neodarwinisme. Die theorie van de onafhankelijkheid van mutaties kwam er na Darwin onder impuls van de Duitse bioloog Auguste Weismann. "Het is wel belangrijk op te merken dat levende wezen hun eigen evolutie niet bewust kunnen sturen", benadrukt Verstrepen. Volgens de bio-ingenieur, die momenteel onderzoek doet aan Harvard en aan de KU Leuven, gaat het wel degelijk om een onbewuste beïnvloeding. Verstrepen beweert ook niet dat nu alles gezegd is over de evolutieleer. "De theorie moet constant worden bijgeschaafd".(GL)
Bron: De Morgen